CiceroYou are here: Home > Boekbesprekingen > Afscheid van de wapenen Afscheid van de wapenen
Afscheid van de wapenen - Ernest Hemingway
Het woord “regen”, of vervoegingen daarvan, is één van de meest voorkomende woorden in deze vroege roman van Hemingway. Door de constante herhaling van het feit dat het regent weet de schrijver op welhaast filmische manier een achtergrondsfeer te scheppen bij zijn verhaal over de mistroostige situatie aan (of nabij) het Italiaans-Oostenrijkse front tijdens de laatste jaren van de eerste Wereldoorlog. Dit stijlmiddel vind ik één van de opvallendste kenmerken van de roman. Het laatste woord van het boek is ook “regen”: “Na een poosje ging ik de kamer uit en verliet het ziekenhuis en liep terug naar het hotel in de regen.” In deze roman uit 1929, losjes gebaseerd op eigen ervaringen, vertelt Ernest Hemingway het verhaal van een Amerikaanse ambulancechauffeur aan het Italiaanse front en zijn liefde voor een Engelse verpleegster. De twee verhalen worden min of meer afzonderlijk verteld, en wisselen elkaar af. De liefde komt aan bod tijdens de ‘pauzes’ van de verteller aan het front. Eerst tijdens zijn herstel van de verwondingen die hij heeft opgelopen, en later als hij deserteert. Dit gebeurt nadat het Italiaanse leger een smadelijke nederlaag geleden heeft en een chaotische terugtocht moet ondernemen. Daarbij worden officieren het mikpunt van de morrende troepen, en met name de buitenlanders in het leger ervan verdacht handlangers van de vijand te zijn. Die worden dan ook uit de vluchtende massa gefilterd en standrechtelijk afgemaakt. De verteller weet maar nauwelijks aan dit lot te ontsnappen, en neemt daarop gedesillusioneerd ‘afscheid van de wapenen’. Hij ontvlucht het leger en kort daarop met zijn geliefde ook Italië, om zijn toevlucht te zoeken in het neutrale Zwitserland. De houding van de hoofdpersoon/verteller met betrekking tot zijn aandeel aan de oorlog is afstandelijk. Hij voelt en gedraagt zich vanaf het begin als een buitenstaander: “Nu, ik wist dat ik niet zou sneuvelen. Niet in deze oorlog. Die ging buiten mij om. Mijzelf leek hij niet gevaarlijker dan oorlog op de film. Toch wou ik bij God dat hij maar voorbij was.” (p.34) Zoals uit bovenstaand citaat blijkt heeft Hemingway een uiterst direct taalgebruik, dat onder andere tot uiting komt in de korte zinnen. Bijzinnen kom je nauwelijks tegen. Ook beperkt hij zich tot de beschrijving van concrete gebeurtenissen. De grote, abstracte gedachten daarachter laat hij bewust ongezegd: “Ik zei niets. Ik werd altijd verlegen van de woorden heilig, roemrijk en offer en de uitdrukking tevergeefs. (…) Er waren veel woorden waarvan je de klank niet kon verdragen en uiteindelijk hadden alleen plaatsnamen een zekere waardigheid. Hetzelfde gold voor bepaalde nummers en bepaalde data en tezamen met de plaatsnamen was dit het enige dat iets te betekenen had wanneer je erover sprak. Abstracte woorden als roem, eer, moed of wijden waren obsceen naast de concrete namen van dorpen, de nummers van wegen, de namen van rivieren, de nummers van regimenten en de data.” (p.153) Zoals gezegd is de roman opgebouwd uit twee verhaallijnen: die van de gebeurtenissen aan het front en die van de liefde en relatie tussen de verteller en een Britse verpleegster. Persoonlijk vind ik de tweede verhaallijn erg taai en stroperig om te lezen, vaak ronduit saai door de constante herhaling van onbenulligheden. De contrastfunctie van liefde versus oorlog is mij duidelijk, alleen de uitvoering vind ik minder geslaagd. Wat mij betreft doet dit enige afbreuk aan de roman, die desondanks als relaas van een oorlog buitengewoon veel indruk maakt.
Wandelblogs
Iedere zaterdag (bijna) wandel ik in de omgeving van Utrecht. Door weer en wind, bij nacht en ontij (bij wijze van spreken). Dat komt niet doordat ik zo ondernemend ben, maar door het feit dat ik me in de zomer van 2012 heb aangesloten bij een wandelgroep. Heerlijk! Ik hoef niet alles zelf te plannen of te organiseren, maar vooral te zorgen dat ik op zaterdag bijtijds opsta en mij op het afgesproken uur bij de startlocatie meld. Die startplaats wisselt wekelijks, en daarmee uiteraard ook het wandeltraject. Na verloop van tijd ben ik onderweg wat foto’s gaan maken, die ik achteraf – tezamen met een kort begeleidend commentaar - deel met mijn fellow-travellers. Sinds begin 2014 doe ik dit online, in de vorm van een soort weblog: mijn wandelblog. Omdat het voor mij elke keer weer een verrassing is waar ik zal lopen, moet ik ook mijn foto-onderwerpen ter plaatse (en in het voorbijgaan) als zodanig herkennen. Dat heeft wel iets van een wekelijkse ‘blind date’. Het merendeel van mijn 'dates' bestaat uit “Utrechtse landschappen”, hoewel we ons af en toe ook buiten de regio wagen. Dat levert dan "Uitheemse landschappen" op, of - meer specifiek - "Kustlandschappen". Op een gegeven moment ben ik van wandelgroep geswitcht. Vier jaar lang maakte ik deel uit van de wandelgroep LOOP, waarin ik met veel plezier gewandeld heb. Toen die groep dreigde te worden opgeheven heb ik met een aantal mede-lopers een soort 'doorstart' gemaakt. Sinds die tijd loop ik dus met de "Doorlopers". Nu, na inmiddels meer dan 10 jaar wandelen, loop ik nog steeds met evenveel plezier. Alleen merk ik dat we - uiteraard - vaker dezelfde routes lopen. En dat mijn teksten en beelden bijgevolg in herhaling gaan vervallen. Dat is voor mij voldoende reden om niet alles wat ik loop nog in mijn 'wandelblog' te melden... Sorry daarvoor.
Mijn boekenka(s)t(t)en
Extra's
Rome revisited
Zes dagen Dublin
Weerzien in Petersburg
Omweg naar Moskou
Rondreis door Ierland
Zeven dagen in Rome
|
Copyright © Paul Lamandassa 2007-2023 | Powered by CMSimple| Template: ge-webdesign.de| Login