282,047 visitors
323,519 page views
1.15 page views / visitor

 

Cicero

You are here:   Home > Boekbesprekingen > Bezonken Rood

Bezonken Rood

 

Jeroen Brouwers - Bezonken Rood

 

“Samen met zijn moeder bracht Jeroen Brouwers zijn kleuterjaren door in het Japanse interneringskamp Tjideng op Java. In de roman Bezonken rood heeft hij op aangrijpende wijze zijn herinneringen verwerkt aan deze periode uit zijn jeugd.” (uitgeverstekst)

 

“Bij de dood van zijn moeder - met wie hij al jaren geen contact meer had - herinnert de schrijver zich weer de gebeurtenissen die tot die verwijdering geleid hebben. In zijn ogen is zijn moeder geheel ontluisterd in het Japanse concentratiekamp Tjideng, waar zij lichamelijk aftakelde, kaal werd geschoren en bovendien voor zijn ogen - hij was 5 jaar - op een gruwelijke manier werd afgetuigd. In tegenstelling tot "Brief aan mijn moeder" van Ischa Meijer, waar het mee vergeleken zou kunnen worden, is het boek eigenlijk een eerbetoon voor de moeder die onder de meest gruwelijke omstandigheden - Tjideng had een beruchte sadistische kampcommandant - met veel moed haar kinderen probeerde te beschermen. De roman was aanleiding tot een felle polemiek met Rudy Kousbroek over de Indische interneringskampen.”  (Biblion/NBD recensie)

 

(…) “ik heb niet gedaan alsof er iets anders viel te zien dan er was te zien, ook heb ik er niet bij aan iets anders gedacht, - het is alles door mij gezien zoals het is geweest om door mij te worden onthouden.” (p.113)

De verteller, de veertigjarige Jeroen, reflecteert bij het overlijden van zijn moeder op het geweld en de vernederingen in het Jappenkamp, waar hij met zijn moeder de oorlogsjaren in heeft doorgebracht. Daarbij schuwt hij naar zijn zeggen de middeltjes van de volwassenen, zoals het ‘wegkijken’ en ‘aan andere dingen denken’ als de verschrikkingen in het kamp al te erg werden. Hij ziet alles om zich heen en registreert dit met de onbevangenheid van het kind dat hij was tijdens zijn gevangenschap. Na de oorlog ergert de verteller zich dan ook aan de ‘mildheid’ waarmee de kampgruwelen worden afgezwakt (“er is ook veel gelachen…”). De verteller laat ons in zijn expliciete beschrijving van het kampleven weinig ruimte tot lachen.

De verteller vervreemdt door zijn jeugdervaringen in het kamp niet alleen van zijn moeder (die voor zijn ogen onteerd en ontluisterd is), maar keert zich van de hele wereld af en leeft zijn leven in een soort onverwerkte posttraumatische depressie. Na de dood van zijn moeder probeert hij die uiteindelijk van zich af te schrijven:

“Tot op de huidige dag onthouden en uiteindelijk dan maar neergeschreven met de bedoeling om te laten staan en niet straks weer onleesbaar te maken, - in afwachting van het tijdstip waarop misschien de ontraadseling van alle dingen plaatsvindt.” (p.75-76)

Want:

“Zoals in de tuin, nadat de wind voorbij is, nog geruime tijd alles in beweging blijft dat door de wind is aangeraakt, zo zou datgene wat ik in het Tjideng-kamp heb gezien nog drie à vier decenniën in mij in beweging blijven om pas door dezen tot rust te worden gebracht: wat ik heb geschreven hoeft niet langer door mij te worden onthouden, het mag nu beweging veroorzaken in de bewustheden en onbewustheden van anderen.” (p.71)

 

Qua omvang niet meer dan een novelle, wordt deze vertelling met name door de karakterontwikkeling van de verteller zonder meer opgeschaald tot de categorie van een voldragen roman. Wat mij betreft levert de afwisseling van rauw-realistische beschrijvingen en poëtisch klinkende reflecties, in combinatie met het regelmatig verspringen van het verhaal in tijd en focus, een indrukwekkend origineel en ontroerend boek op.

 

 

 

Wandelblogs

 

 

Iedere zaterdag (bijna) wandel ik in de omgeving van Utrecht. Door weer en wind, bij nacht en ontij (bij wijze van spreken). Dat komt niet doordat ik zo ondernemend ben, maar door het feit dat ik me in de zomer van 2012 heb aangesloten bij een wandelgroep. Heerlijk! Ik hoef niet alles zelf te plannen of te organiseren, maar vooral te zorgen dat ik op zaterdag bijtijds opsta en mij op het afgesproken uur bij de startlocatie meld. Die startplaats wisselt wekelijks, en daarmee uiteraard ook het wandeltraject.

Na verloop van tijd ben ik onderweg wat foto’s gaan maken, die ik achteraf – tezamen met een kort begeleidend commentaar - deel met mijn fellow-travellers. Sinds begin 2014 doe ik dit online, in de vorm van een soort weblog: mijn wandelblog. Omdat het voor mij elke keer weer een verrassing is waar ik zal lopen, moet ik ook mijn foto-onderwerpen ter plaatse (en in het voorbijgaan) als zodanig herkennen. Dat heeft wel iets van een wekelijkse ‘blind date’.

Het merendeel van mijn 'dates' bestaat uit “Utrechtse landschappen”, hoewel we ons af en toe ook buiten de regio wagen. Dat levert dan "Uitheemse landschappen" op, of - meer specifiek - "Kustlandschappen".

Op een gegeven moment ben ik van wandelgroep geswitcht. Vier jaar lang maakte ik deel uit van de wandelgroep LOOP, waarin ik  met veel plezier gewandeld heb. Toen die groep dreigde te worden opgeheven heb ik met een aantal mede-lopers een soort 'doorstart' gemaakt. Sinds die tijd loop ik dus met de "Doorlopers". 

Nu, na inmiddels meer dan 10 jaar wandelen, loop ik nog steeds met evenveel plezier. Alleen merk ik dat we - uiteraard - vaker dezelfde routes lopen. En dat mijn teksten en beelden bijgevolg in herhaling gaan vervallen. Dat is voor mij voldoende reden om niet alles wat ik loop nog in mijn 'wandelblog' te melden... 

Sorry daarvoor.

   


 

 

boekenkat

 

Mijn boekenka(s)t(t)en

 

 

 

 

 

 

 

 

 Extra's

 

Rome revisited

Een reisverslag

 


  

Zes dagen Dublin

Een reisverslag

 


  

Weerzien in Petersburg

Een reisverslag

 


  

Omweg naar Moskou 

Rusland

Een reisverslag

 


 

Rondreis door Ierland


Een reisverslag

 


 

Zeven dagen in Rome

 

Een reisverslag

 

 

 

 

Copyright © Paul Lamandassa 2007-2023 | Powered by CMSimple| Template: ge-webdesign.de| Login