282,060 visitors
323,555 page views
1.15 page views / visitor

 

Cicero

You are here:   Home > Boekbesprekingen > David Copperfield

David Copperfield

 

Charles Dickens - David Copperfield

  

David Copperfield is een 'bildungsroman', die zich afspeelt halverwege de 19e eeuw. Plaats van handeling is het zuidoostelijk deel van Engeland, in en rond de plaatsen Yarmouth, Londen, Dover, Canterbury... Het thema is de emotionele, morele en intellectuele ontwikkeling van de hoofdpersoon. In dit boek komen nogal wat elementen voor uit Dickens' eigen leven, en daarmee is David Copperfield waarschijnlijk de meest autobiografische roman van de schrijver. Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van de hoofdpersoon, die samenvalt met de 'verteller'.   Over het ‘autobiografische’ element in zijn werk schrijft Dickens:

“Wanneer mijn gedachten teruggaan naar mijn gekwelde jeugd, vraag ik mij af, hoeveel er in de verhalen die ik over zulke mensen heb verzonnen, als een nevel van verbeelding zweeft om de feiten die ik heb onthouden. En als ik de oude plaatsen weer betreed, verwondert het mij niet, dat ik een onschuldige jongen voor mij uit zie lopen, die mij van medelijden vervult, een romantisch aangelegd ventje, dat uit zulke vreemde ervaringen en uit zulk een trieste werkelijkheid zijn denkbeeldige wereld opbouwde.” (p.221)

Dickens is stilistisch sowieso erg sterk, maar op zijn best vind ik hem bij zijn ‘inleving’ in de kinderziel. Daarbij weet hij alle gezichtspunten, angsten, redenaties vanuit het kinderperspectief te bezien. Dat levert – naast een realistische beschrijving van de belevingswereld – bovendien nog vreemde staaltjes humor op:

“Het paard van de vrachtrijder moet wel het luiste paard ter wereld zijn geweest. Het sjokte voort met hangende kop, alsof het er een genoegen in vond, de mensen zo lang mogelijk op hun pakjes te laten wachten. Soms meende ik zelfs, dat het beest hoorbaar grinnikte bij die gedachte; maar de vrachtrijder zei, dat het hoestte.” (p.43)

Dickens slaagt erin om het verhaal heel dichtbij te halen, niet alleen door het schrijven in de ik-vorm maar ook doordat hij zijn verteller in het heden plaatst en deze ‘hardop’ laat reflecteren over het verleden dat hij beschrijft:

“Toen ik zo-even mijn pen neerlegde en terugdacht aan die kamer, rook ik de zeelucht weer, gemengd met de geur van bloemen; en weer zag ik de glimmend gewreven ouderwetse meubelen, tantes eigen zitje bij het ronde, groene schermpje in de erker, het gespijkerde tapijt met het losse karpet  er op, de kat, de theestoof, de twee kanaries, het oude porselein, de punchkom vol gedroogde rozenblaadjes, de hoge kast vol potten en flessen en dan – helemaal uit de toon vallend – mezelf, zoals ik daar als haveloos zwervertje op de sofa naar dat alles lag te kijken.” (p.251)

“O, Em’ly, mooie, ongelukkige Em’ly! Hoe duidelijk zag ik haar daar zitten aan het strand, met die kinderen om haar heen, luisterend naar die onschuldige stemmetjes, als van kinderen die haar ‘moeder’ hadden kunnen noemen, wanneer zij zelf de vrouw was geworden van een arme visser; en naar de machtige stem van de zee met haar eeuwig: ‘Nimmer meer!’” (p.819)

Lezen wij hier niet een directe verwijzing naar het gedicht The Raven van Edgar Allen Poe? Poe vertelt hierin het verhaal van een dichter die verdwaald is in de herinneringen aan zijn dode geliefde, waarbij elke strofe eindigt op de uitroep “nimmer meer!” Dat is dan erg actueel, want The Raven is van 1845, terwijl dit hoofdstuk (46) in juli 1850 werd uitgegeven (David Copperfield werd oorspronkelijk als 'feuilleton' in losse hoofdstukken gepubliceerd).

Ik houd van dit soort ‘intertekstualiteit’, en het geeft mij altijd een tevreden gevoel als ik weer eens iets ‘ontdek’ in de literatuur die ik onder ogen heb. Dat wil uiteraard niet zeggen dat ik alle verwijzingen herken of kan plaatsen. De volgende vind ik bijvoorbeeld wat raadselachtig:

“Dat alles was al erg genoeg; maar, zoals de wijsgerige Deen opmerkt, met die universele genialiteit, welke het onsterfelijke sieraad van de eeuw van koningin Elisabeth kenmerkt: ‘Het ergste moet nog komen!’” (p.914)

Ik denk in “de wijsgerige Deen” Hamlet te herkennen, de hoofdpersoon uit Shakespeare’s gelijknamige toneelstuk. Dat komt door de toevoeging van de verwijzing naar de eeuw van koningin Elisabeth (‘Het Elizabethaanse tijdperk is ook dat van William Shakespeare’…), en door een letterlijke verwijzing, iets eerder in de tekst, naar Shakespeare…

Aan de andere kant wordt het citaat “het ergste moet nog komen!” vandaag de dag algemeen toegeschreven aan de Duitse filosoof  Arthur Schopenhauer. Die leefde van 1788 tot 1860, en was dus min of meer een tijdgenoot van Dickens. Maar Schopenhauer was geen Deen, een leefde niet in het tijdperk van Elisabeth…

Nog een laatste opmerking over het werk van Dickens. Het betreft de thematiek in zijn boeken. Een aantal onderwerpen komt steeds, al dan niet in wisselende vorm, terug.  Zulke thema’s zijn ‘de rechtbank’, de gevangenis voor schuldenaren, kinderarbeid, weeskinderen, opvoeding, en nog (veel) meer. Die onderwerpen kent Dickens uit zijn eigen jeugd en ervaring.

Zo construeert Dickens niet alleen een stilistische, maar ook een thematische eenheid in zijn oeuvre. Een oeuvre waar ik steeds sterker gecharmeerd van raak, hoe meer ik er van lees…

 

 

 

 

Wandelblogs

 

 

Iedere zaterdag (bijna) wandel ik in de omgeving van Utrecht. Door weer en wind, bij nacht en ontij (bij wijze van spreken). Dat komt niet doordat ik zo ondernemend ben, maar door het feit dat ik me in de zomer van 2012 heb aangesloten bij een wandelgroep. Heerlijk! Ik hoef niet alles zelf te plannen of te organiseren, maar vooral te zorgen dat ik op zaterdag bijtijds opsta en mij op het afgesproken uur bij de startlocatie meld. Die startplaats wisselt wekelijks, en daarmee uiteraard ook het wandeltraject.

Na verloop van tijd ben ik onderweg wat foto’s gaan maken, die ik achteraf – tezamen met een kort begeleidend commentaar - deel met mijn fellow-travellers. Sinds begin 2014 doe ik dit online, in de vorm van een soort weblog: mijn wandelblog. Omdat het voor mij elke keer weer een verrassing is waar ik zal lopen, moet ik ook mijn foto-onderwerpen ter plaatse (en in het voorbijgaan) als zodanig herkennen. Dat heeft wel iets van een wekelijkse ‘blind date’.

Het merendeel van mijn 'dates' bestaat uit “Utrechtse landschappen”, hoewel we ons af en toe ook buiten de regio wagen. Dat levert dan "Uitheemse landschappen" op, of - meer specifiek - "Kustlandschappen".

Op een gegeven moment ben ik van wandelgroep geswitcht. Vier jaar lang maakte ik deel uit van de wandelgroep LOOP, waarin ik  met veel plezier gewandeld heb. Toen die groep dreigde te worden opgeheven heb ik met een aantal mede-lopers een soort 'doorstart' gemaakt. Sinds die tijd loop ik dus met de "Doorlopers". 

Nu, na inmiddels meer dan 10 jaar wandelen, loop ik nog steeds met evenveel plezier. Alleen merk ik dat we - uiteraard - vaker dezelfde routes lopen. En dat mijn teksten en beelden bijgevolg in herhaling gaan vervallen. Dat is voor mij voldoende reden om niet alles wat ik loop nog in mijn 'wandelblog' te melden... 

Sorry daarvoor.

   


 

 

boekenkat

 

Mijn boekenka(s)t(t)en

 

 

 

 

 

 

 

 

 Extra's

 

Rome revisited

Een reisverslag

 


  

Zes dagen Dublin

Een reisverslag

 


  

Weerzien in Petersburg

Een reisverslag

 


  

Omweg naar Moskou 

Rusland

Een reisverslag

 


 

Rondreis door Ierland


Een reisverslag

 


 

Zeven dagen in Rome

 

Een reisverslag

 

 

 

 

Copyright © Paul Lamandassa 2007-2023 | Powered by CMSimple| Template: ge-webdesign.de| Login