CiceroYou are here: Home > Boekbesprekingen > De Pickwick Club De Pickwick Club
Charles Dickens De nagelaten papieren van de Pickwick Club
The Pickwick Papers, of eigenlijk De nagelaten papieren van de Pickwick Club, is een van de vroegste werken van Dickens. Hij werd in 1836 uitgenodigd de begeleidende tekst te schrijven bij een serie prenten over ‘de komische wederwaardigheden tijdens de jacht en visvangst’ van de Londense ‘Nimrod Club’, van de hand van de bekende tekenaar Robert Seymour. Hij stemde toe in het schrijven van een serie vermakelijk schetsen, maar alleen onder de voorwaarde dat Seymour zijn teksten zou volgen in plaats van andersom. Het werk zou verschijnen in een voor die tijd vrij nieuwe vorm van goedkope maandelijkse afleveringen, waarvan de eerste verscheen op 31 maart 1836. “In Lantstreet, Borough, heerst een rust die als een zoete droefheid in de ziel van de beschouwer druipt. (…) Een huis in Lantstreet komt wel niet in aanmerking voor een eerste klasse behuizing, in de strikte zin des woords; doch het is niettemin een hoogst begerenswaardige plek. Indien een man zich terug wenst te trekken uit de wereld, zichzelf buiten het bereik van de bekoringen zou willen brengen of buiten de verleiding van zelfs maar een blik uit het raam te werpen, dan zou hij zonder enige twijfel naar Lantstreet moeten gaan.” Dickens humoristische avonturenverhaal over Samuel Pickwick en zijn vrienden (de ‘vurige’ Tracy Tupman, de ‘dichterlijke’ Augustus Snodgrass en de ‘sportieve’ Nathaniël Winkle) is eigenlijk nauwelijks een roman te noemen. Het lijkt vooral in het begin een losse bundeling schetsen van komische gebeurtenissen en ontmoetingen met merkwaardige figuren (zoals de verlopen acteur en oplichter Alfred Jingle), aaneengeregen door postkoetsen en herbergen. Er is slechts sprake van een minimale intrige, die ook nog eens regelmatig wordt onderbroken door ingelaste, op zich zelf staande vertellingen. Toch vormt het werk tegelijkertijd een hechte eenheid, niet alleen door de dominante aanwezigheid van de goedhartige, wat wereldvreemde Samuel Pickwick en diens ‘Sancho Panza’ en tegenspeler Sam Weller, maar ook door de in deze twee tegenpolen reeds gesuggereerde thematiek: schijn en werkelijkheid, idealisme en pragmatiek worden in het verhaal voortdurend tegen elkaar afgezet, van Pickwicks ‘wetenschappelijke waardering’ voor een waardeloze steen met een schijnbaar cryptisch opschrift, via een scherpe satire op de verkiezingen in Eatenswill, tot Pickwicks ervaringen in de gevangenis. Het zien van de werkelijkheid kan het centrale thema worden genoemd van de roman. De aanvankelijk zowel letterlijk als figuurlijk bijziende Pickwick leert geleidelijk beter zien, maar tegelijkertijd weet hij zijn onschuld te behouden en leert de scepticus Sam Weller van zijn kant uit geleidelijk de idealiserende goedertierenheid van Pickwick zien als van grote waarde. (bron: Wikipedia) Je moet even heenkijken door het ‘archaïsche’ taalgebruik. Tenslotte stamt deze vertaling uit 1967, van meer dan een halve eeuw geleden dus… Persoonlijk vind ik dit taalgebruik perfect passen bij het onderwerp, dat tenslotte ook behoorlijk gedateerd is. En het moet gezegd dat het Nederlands van Godfried Bomans (de vertaler) uiterst leesbaar en verzorgd klinkt, ook nu nog. Zoals gezegd is “The Pickwick Papers” één van de ‘vroege’ werken van Dickens. Maar ik vind het opvallend hoe ‘rijp’ dit werk al is. Zijn taalgebruik is zo sprankelend, en zijn dialogen zo levendig dat hij zijn personen ermee ‘tot leven wekt’. Ook een groot deel van de thematiek uit zijn latere werken komt hier al aan de orde: het gevangenisleven, de tegenstelling rijk en arm, het rechtssysteem en het ‘leven’ in en rond de rechtbanken, de grote stad (Londen)… Al met al was het een genoegen om dit ‘boekje’ (de dundruk-uitgave van Spectrum, uit 1967) te lezen.
Wandelblogs
Iedere zaterdag (bijna) wandel ik in de omgeving van Utrecht. Door weer en wind, bij nacht en ontij (bij wijze van spreken). Dat komt niet doordat ik zo ondernemend ben, maar door het feit dat ik me in de zomer van 2012 heb aangesloten bij een wandelgroep. Heerlijk! Ik hoef niet alles zelf te plannen of te organiseren, maar vooral te zorgen dat ik op zaterdag bijtijds opsta en mij op het afgesproken uur bij de startlocatie meld. Die startplaats wisselt wekelijks, en daarmee uiteraard ook het wandeltraject. Na verloop van tijd ben ik onderweg wat foto’s gaan maken, die ik achteraf – tezamen met een kort begeleidend commentaar - deel met mijn fellow-travellers. Sinds begin 2014 doe ik dit online, in de vorm van een soort weblog: mijn wandelblog. Omdat het voor mij elke keer weer een verrassing is waar ik zal lopen, moet ik ook mijn foto-onderwerpen ter plaatse (en in het voorbijgaan) als zodanig herkennen. Dat heeft wel iets van een wekelijkse ‘blind date’. Het merendeel van mijn 'dates' bestaat uit “Utrechtse landschappen”, hoewel we ons af en toe ook buiten de regio wagen. Dat levert dan "Uitheemse landschappen" op, of - meer specifiek - "Kustlandschappen". Op een gegeven moment ben ik van wandelgroep geswitcht. Vier jaar lang maakte ik deel uit van de wandelgroep LOOP, waarin ik met veel plezier gewandeld heb. Toen die groep dreigde te worden opgeheven heb ik met een aantal mede-lopers een soort 'doorstart' gemaakt. Sinds die tijd loop ik dus met de "Doorlopers". Nu, na inmiddels meer dan 10 jaar wandelen, loop ik nog steeds met evenveel plezier. Alleen merk ik dat we - uiteraard - vaker dezelfde routes lopen. En dat mijn teksten en beelden bijgevolg in herhaling gaan vervallen. Dat is voor mij voldoende reden om niet alles wat ik loop nog in mijn 'wandelblog' te melden... Sorry daarvoor.
Mijn boekenka(s)t(t)en
Extra's
Rome revisited
Zes dagen Dublin
Weerzien in Petersburg
Omweg naar Moskou
Rondreis door Ierland
Zeven dagen in Rome
|
Copyright © Paul Lamandassa 2007-2023 | Powered by CMSimple| Template: ge-webdesign.de| Login