CiceroYou are here: Home > Boekbesprekingen > De revisor De revisor
De revisor – Nikolai Gogol
“Geef ons Russische karakters, geef ons onszelf, onze eigen schelmen, onze eigen zotten! Op de planken ermee, tot vermaak van allen!” Dat was de motivatie van Gogol om voor het toneel te gaan schrijven, in een tijd dat het Russische toneel gedomineerd werd door import-Franse vaudevilles: De revisor (1836), een satirische komedie in 5 aktes: “In een provinciestad ontstaat onder de notabelen grote beroering over het bezoek van een vermeende hoge ambtenaar op inspectie: dat is de plot van Gogols blijspel De revisor uit 1836, een hoogtepunt uit de klassieke Russische literatuur. Rond dit gegeven bouwt Gogol zijn wonderbaarlijke, door de meest schitterende schurken, oplichters en domkoppen bevolkte wereld, een wereld ontsproten aan zijn grillige fantasie. 'Gogols stuk is poëzie,' schreef Vladimir Nabokov in Gogol, zijn studie over leven en werk van deze schrijver, 'en met poëzie bedoel ik de geheimen van het irrationele, uitgedrukt in rationele bewoordingen.'” (uitgeverstekst) De kracht van Gogol ligt in de surrealistisch aandoende details en de talrijk opgevoerde bijfiguren die door de schrijver – vaak in een bijzin – worden geïntroduceerd als volwaardige roman- of toneelpersonages, om daarna weer even definitief uit het verhaal te verdwijnen. Nabokov beschrijft dit fenomeen als volgt: “Een beroemd toneelschrijver heeft eens gezegd dat als er in het eerste bedrijf een geweer aan de muur hangt, dit in het laatste bedrijf moet afgaan. Maar Gogols geweren hangen in de lucht en gaan niet af – de charme van zijn toespelingen is juist dat ze volslagen doodlopen.” (Nabokov in zijn essay Gogol) Ik citeer Nabokov in zijn beschrijving van zo’n kortstondig en doodlopend optreden van een zich in het verhaal opdringend bijfiguur: “In de hergerg waar Dobtsjinskij en Bobtsjinskij de persoon ontdekken waarvan ze abusievelijk denken dat het de Revisor is, ondervragen ze Vlas, de herbergier, en hier gewordt ons – tussen het gehijg en gebrabbel van Dobtsjinkij’s koortsachtig snelle uiteenzetting door (want hij probeert het allemaal te vertellen voordat Dobtsjinski, zijn dubbelganger, hem in de reden kan vallen) – de volgende, verrukkelijk gedetailleerde informatie over Vlas (want hoe meer haast iemand in Gogols wereld heeft, des te meer treuzelt hij onderweg): ‘… Maar Dobtsjinskij had al met zijn vinger gewenkt en de waard naar ons toegeroepen – de kroegbaas Vlas – zijn vrouw heeft drie weken geleden een baby gekregen en een flink knaapje dat is het, die wordt nog eens net als zijn vader, ook kroegbaas…’ Opmerkelijk, zoals de pasgeboren Anonymus Vlasovitsj er in de tijd van een seconde in slaagt volwassen te worden en een heel leven te leven. Dobtsjinskij’s hijgerige woorden schijnen een interne gisting teweeg te brengen in de wereld achter het toneel waar die homunculi zich voortplanten.” (Nabokov, Gogol) Dit soort uitweidingen, de merkwaardige logica, zijn voorliefde voor rare woorden en bizarre namen, al deze eigenaardigheden maken dat het verhaal, de plot, voortdurend naar de achtergrond verdwijnt en de aandacht gericht wordt op de taal, de formulering. Zodoende groeit De revisor ver uit boven een platte toneelkomedie, zedenschets of maatschappijkritische satire.
Wandelblogs
Iedere zaterdag (bijna) wandel ik in de omgeving van Utrecht. Door weer en wind, bij nacht en ontij (bij wijze van spreken). Dat komt niet doordat ik zo ondernemend ben, maar door het feit dat ik me in de zomer van 2012 heb aangesloten bij een wandelgroep. Heerlijk! Ik hoef niet alles zelf te plannen of te organiseren, maar vooral te zorgen dat ik op zaterdag bijtijds opsta en mij op het afgesproken uur bij de startlocatie meld. Die startplaats wisselt wekelijks, en daarmee uiteraard ook het wandeltraject. Na verloop van tijd ben ik onderweg wat foto’s gaan maken, die ik achteraf – tezamen met een kort begeleidend commentaar - deel met mijn fellow-travellers. Sinds begin 2014 doe ik dit online, in de vorm van een soort weblog: mijn wandelblog. Omdat het voor mij elke keer weer een verrassing is waar ik zal lopen, moet ik ook mijn foto-onderwerpen ter plaatse (en in het voorbijgaan) als zodanig herkennen. Dat heeft wel iets van een wekelijkse ‘blind date’. Het merendeel van mijn 'dates' bestaat uit “Utrechtse landschappen”, hoewel we ons af en toe ook buiten de regio wagen. Dat levert dan "Uitheemse landschappen" op, of - meer specifiek - "Kustlandschappen". Op een gegeven moment ben ik van wandelgroep geswitcht. Vier jaar lang maakte ik deel uit van de wandelgroep LOOP, waarin ik met veel plezier gewandeld heb. Toen die groep dreigde te worden opgeheven heb ik met een aantal mede-lopers een soort 'doorstart' gemaakt. Sinds die tijd loop ik dus met de "Doorlopers". Nu, na inmiddels meer dan 10 jaar wandelen, loop ik nog steeds met evenveel plezier. Alleen merk ik dat we - uiteraard - vaker dezelfde routes lopen. En dat mijn teksten en beelden bijgevolg in herhaling gaan vervallen. Dat is voor mij voldoende reden om niet alles wat ik loop nog in mijn 'wandelblog' te melden... Sorry daarvoor.
Mijn boekenka(s)t(t)en
Extra's
Rome revisited
Zes dagen Dublin
Weerzien in Petersburg
Omweg naar Moskou
Rondreis door Ierland
Zeven dagen in Rome
|
Copyright © Paul Lamandassa 2007-2023 | Powered by CMSimple| Template: ge-webdesign.de| Login