282,047 visitors
323,519 page views
1.15 page views / visitor

 

Cicero

You are here:   Home > Boekbesprekingen > De wegen van de wereld

De wegen van de wereld

 

Nicolas Bouvier - De wegen van de wereld

 

“Voortgedreven door het gebrom van de motor en het landschap dat aan je voorbijtrekt, neemt het ritme van het reizen bezit van je en schept helderheid in je hoofd. Ideeën waar je zonder reden aan vasthield lossen op; andere hechten zich aan je als stenen aan een rivierbedding. Onnodig om in te grijpen; de weg doet al het werk. Je zou willen dat hij zich almaar blijft uitstrekken, met alle goede diensten die hij je bewijst, niet alleen tot aan het andere eind van India, maar verder nog, tot in de dood.” (p.67)

Dit zou zo ongeveer het ‘motto’ kunnen zijn van De wegen van de wereld, het verslag van de reis die de schrijver Nicolas Bouvier in 1953-54 samen met zijn vriend, de tekenaar/schilder Thierry Vernet, in een tweedehands Fiat Topolino vanuit Zwitserland, via Joegoslavië en Turkije, door Perzie en Pakistan, naar Afghanistan en India maakten.

“De scherpe observaties van het dagelijks leven van de gewone mensen die ze ontmoetten, waren in de jaren vijftig hun tijd ver vooruit. De frisse taal waarmee hun stoffigheid en alledaagsheid zijn beschreven, geeft zowel het beschrevene als het boek zijn glans. Het is dan ook begrijpelijk waarom dit boek na publicatie in de jaren zestig in Franstalig Europa cultstatus heeft verworven. Geïllustreerd met de simpele, maar stemmige zwart-wittekeningen van Vernet. Vanwege het taalgebruik en de beschrijvingen een feest voor literatuurliefhebbers en geïnteresseerden in de gebieden, die nog steeds niet voor een groot publiek toegankelijk zijn. Met voorwoord, enkele zwart-witfoto's en een landkaart.”
(uit NBD|Biblion recensie)

Bouvier schrijft in een prachtige, afwisselende stijl, waarin bloemrijke lyrische beschrijvingen worden afgewisseld met dagboekachtige aantekeningen in korte staccato zinnen. Naast de ernst van de observaties van de volken en gebruiken die zij ontmoeten is er veel plaats voor humor en relativering, zoals bij de beschrijving van hun aankomst in de Perzische stad Tabriz:

“Ons onderkomen was perfect. (...) We hadden ieder een tafel, een stoel en een kookkacheltje van in wafelreliëf geperst metaal. De huur was voor zes maanden vooruitbetaald; er kon ons niets meer gebeuren. Thierry spande zijn doeken; ik had een riem blanco papier uit de bazaar gehaald en mijn typemachine gesmeerd. Werken is nooit zo verleidelijk als wanneer je nog moet beginnen; we lieten het dus voor wat het was en gingen de stad verkennen.” (p.134)

Of bij de beschrijving van hun hoofdvoedsel tijdens hun verblijf in diezelfde stad, brood:

“Een land moet echt oeroud zijn om zo’n grote verfijning aan te brengen in de meest alledaagse dingen; je voelde dat er wel dertig generaties en een stuk of wat dynastieën achter dat brood zaten.” (p.153)

Het boek nodigt uit tot eindeloos citeren, niet in de laatste plaats vanwege de prachtige formuleringen die de schrijver zoekt (en vindt!) om zijn ervaringen weer te geven:

“Vluchten eenden, afkomstig van de Kaspische Zee, vliegen over met een geluid als van roeispanen” (p.236),

“Gedistingeerde bergen. Dat is het woord: het Perzische landschap strekt zich, als door een laatste ademtocht uit de fijnste as gekneed, over duizenden kilometers uit met een karige en soevereine distinctie alsof een bittere ervaring er sinds onheuglijke tijden de oneffenheden – waterbronnen, luchtspiegelingen, stofhozen - op zo’n volmaakte wijze van heeft vastgelegd dat het in vervoering kan brengen of ontmoedigen, maar zichzelf altijd gelijk blijft. Zelfs in de desolate uitgestrektheid van het zuidwesten, niets dan dood en zon, blijft het reliëf beeldschoon.” (p.239)

Zo zou ik nog wel even door kunnen gaan met citeren, maar dat zal ik niet doen: men leze het boek zelf maar, en hopelijk met evenveel plezier als ìk eraan beleefd heb.

Nicolas Bouvier heeft na terugkeer jarenlang geschaafd aan zijn verhaal voordat hij het goed genoeg achtte voor publicatie. En gedurende die tijd verdween ook geleidelijk de euforie van het reizen, het onderweg zijn, en bemerkte hij dat het bijna onmogelijk is om het gevoel van ‘een ander mens te zijn geworden’ vast te houden. Die ervaring , die desillusie mag je bijna zeggen, verwerkt hij in het laatste deel van zijn boek, waarin hij zijn concrete reisbeschrijvingen steeds meer vermengt met zijn worsteling achteraf om zijn ervaringen vast te houden en te bestendigen. Die relativering geeft het verhaal mijns inziens nog een extra dimensie, en maakt het – naast een schitterende reisbeschrijving – ook nog eens tot een ‘bildungsroman’, een psychologische roman die verhaalt over de emotionele, morele en intellectuele groei van het (meestal jonge) hoofdpersonage... Het slot van het boek is wat mij betreft een prachtig voorbeeld van zowel die verwevenheid van vroegere en latere ervaringen, als van de stilistische uitweg die Bouvier daaruit weet te vinden in een ‘open einde’:

“Die dag dacht ik echt iets te hebben begrepen waardoor mijn leven voorgoed veranderd was. Maar zulke inzichten zijn nimmer blijvend. De wereld stroomt als water door je heen en leent je even zijn kleuren. Dan trekt hij zich weer terug, en sta je opnieuw voor de leegte die je met je meedraagt, voor dat wezenlijke onvermogen van de ziel waarmee je moet leren omgaan, dat je moet leren bevechten en dat, paradoxaal genoeg, misschien wel onze grootste drijvende kracht is.
Ik haalde mijn afgestempelde paspoort op en verliet Afghanistan. Het viel me zwaar. De weg aan beide zijden van de pas is goed. Bij oostenwind, en nog ver voor de top, snuift de reiziger bij vlagen al de overrijpe, branderige geur op van het Indiase subcontinent...”

 

 

 

Wandelblogs

 

 

Iedere zaterdag (bijna) wandel ik in de omgeving van Utrecht. Door weer en wind, bij nacht en ontij (bij wijze van spreken). Dat komt niet doordat ik zo ondernemend ben, maar door het feit dat ik me in de zomer van 2012 heb aangesloten bij een wandelgroep. Heerlijk! Ik hoef niet alles zelf te plannen of te organiseren, maar vooral te zorgen dat ik op zaterdag bijtijds opsta en mij op het afgesproken uur bij de startlocatie meld. Die startplaats wisselt wekelijks, en daarmee uiteraard ook het wandeltraject.

Na verloop van tijd ben ik onderweg wat foto’s gaan maken, die ik achteraf – tezamen met een kort begeleidend commentaar - deel met mijn fellow-travellers. Sinds begin 2014 doe ik dit online, in de vorm van een soort weblog: mijn wandelblog. Omdat het voor mij elke keer weer een verrassing is waar ik zal lopen, moet ik ook mijn foto-onderwerpen ter plaatse (en in het voorbijgaan) als zodanig herkennen. Dat heeft wel iets van een wekelijkse ‘blind date’.

Het merendeel van mijn 'dates' bestaat uit “Utrechtse landschappen”, hoewel we ons af en toe ook buiten de regio wagen. Dat levert dan "Uitheemse landschappen" op, of - meer specifiek - "Kustlandschappen".

Op een gegeven moment ben ik van wandelgroep geswitcht. Vier jaar lang maakte ik deel uit van de wandelgroep LOOP, waarin ik  met veel plezier gewandeld heb. Toen die groep dreigde te worden opgeheven heb ik met een aantal mede-lopers een soort 'doorstart' gemaakt. Sinds die tijd loop ik dus met de "Doorlopers". 

Nu, na inmiddels meer dan 10 jaar wandelen, loop ik nog steeds met evenveel plezier. Alleen merk ik dat we - uiteraard - vaker dezelfde routes lopen. En dat mijn teksten en beelden bijgevolg in herhaling gaan vervallen. Dat is voor mij voldoende reden om niet alles wat ik loop nog in mijn 'wandelblog' te melden... 

Sorry daarvoor.

   


 

 

boekenkat

 

Mijn boekenka(s)t(t)en

 

 

 

 

 

 

 

 

 Extra's

 

Rome revisited

Een reisverslag

 


  

Zes dagen Dublin

Een reisverslag

 


  

Weerzien in Petersburg

Een reisverslag

 


  

Omweg naar Moskou 

Rusland

Een reisverslag

 


 

Rondreis door Ierland


Een reisverslag

 


 

Zeven dagen in Rome

 

Een reisverslag

 

 

 

 

Copyright © Paul Lamandassa 2007-2023 | Powered by CMSimple| Template: ge-webdesign.de| Login