282,061 visitors
323,562 page views
1.15 page views / visitor

 

Cicero

You are here:   Home > Boekbesprekingen > Don Juan

Don Juan

 

Lord Byron - Don Juan

 

“Dit satirisch-epische gedicht van zestien canto’s in ottava rima, coupletten van acht regels in jambische pentameter en rijmschema abababcc, doet verslag van het leven van de legendarische verleider Don Juan, waarbij de rollen zijn omgedraaid. Hij verleidt niet, maar wordt verleid door veel vrouwen, te beginnen op zijn 16e door een vriendin van zijn moeder. Deze stuurt hem weg, hij komt terecht in Griekenland en neemt na veel avonturen dienst in het Russische leger, waar hij de aandacht trekt van Catharina de Grote, die hem op politieke missie naar Engeland stuurt. Ook daar houdt de liefde hem bezig. Een nawoord bespreekt Byrons leven, zijn werk en de receptie in Nederland, en dit gedicht. De belangrijke Britse romantische dichter (1788-1824) is nu het bekendst door ‘Childe Harolds Pilgrimage’ en dit satirische, onvoltooide meesterwerk, geschreven in 1818-1824. Dat is nog steeds boeiend en zwierig, met veel geestige kritiek op de maatschappij van toen. De uitstekende vertaling met veel noten actualiseert én doet het origineel veel recht.” (NDB/Biblion recensie)

George Gordon Byron (Londen, 22 januari 1788 – Mesolongi, 19 april 1824), beter bekend als Lord Byron, was een Engels schrijver en dichter. Byrons reputatie berust niet alleen op zijn geschriften, maar ook op zijn leven vol aristocratische excessen, enorme schulden en talrijke liefdesaffaires.

In 1807, tijdens zijn studies aan het Trinity College (Cambridge), gaf hij zijn eerste dichtbundel uit onder de titel Hours of Idleness (oorspronkelijk Juvenalia genoemd). In The Edinburgh Review verscheen een vernietigende kritiek op deze bundel, wat Byron inspireerde tot zijn eerste echt belangrijke werk, English Bards and Scotch Reviewers. Daarin valt hij op satirische wijze zijn critici en veel andere dichters uit zijn tijd aan (onder wie William Wordsworth, Samuel Taylor Coleridge en Walter Scott).

Na de universiteit reisde hij door Zuid-Europa en legde zijn indrukken vast in de eerste twee zangen van zijn meesterwerk Childe Harold's Pilgrimage, dat hem op slag beroemd maakte. In Childe Harold's Pilgrimage uit 1812 verschijnt voor het eerst de zogenaamde 'Byronic hero', een weerspiegeling van Byron zelf. Jonker Harold is een melancholieke jongeman, die na een losbandig leven afleiding zoekt in buitenlandse reizen. Hij beschrijft de reizen en verbindt er overpeinzingen aan over het verleden. De 'Byronic hero' heeft alle geneugten van het leven leren kennen en is overtuigd van hun ledigheid. Dit 'Byronisme' heeft veel navolging gevonden in de Europese literatuur. Een leidmotief in Byrons werk is de eenzame held die het opneemt voor de onderdrukten, uiteraard een geïdealiseerd zelfportret.

Byrons meesterwerk is Don Juan (1819-1824), een onvoltooide verhalende satire van zestien zangen. Het is een mengeling van ernst, cynisme en humor, waarin in de laatste zangen Britse sociale toestanden over de hekel worden gehaald. (Bron: Wikipedia)

 

Vaak start een dichter ergens middenin

’t verhaal (dat geeft een epos vaart, zo stelt

Horatius), waarvan hij het begin

Pas later, na een goed diner, vertelt,

….

Dat doen de anderen, ik doe dit niet,

Daar mijn gedicht bij het begin begint.

Het vaste schema van mijn werk gebiedt

Een regelmaat die mij de handen bindt,

Zodat u in de aanvang van dit lied

Als leidraad eerst een aantal strofen vindt

Over het leven van Juans papa

En daarna ook iets over zijn mama.

(canto I, 6-7)

 

Byron beheerst zijn dichtvorm tot in de puntjes, kent zijn klassieken, en weet daar uiterst vrijmoedig mee om te gaan:

 

Want liever sterf ik zo dan in het vat

Vol malvezij waarin heer Clarence zat

(canto I, 166, een verwijzing naar Shakespeares Richard III)

 

De regels en de regelmaat die volgens hem zijn handen bindt moeten we dan ook met de nodige korreltjes zout nemen. In het begin houdt hij zich nog enigszins aan zijn verhaallijn, maar allengs worden zijn uitweidingen steeds talrijker en langer; het summum is canto XII, waarin helemaal niets meer van het eigenlijke verhaal vernomen wordt. In de loop van zijn gedicht stelt hij ook steeds meer canto’s in het vooruitzicht, tot honderd aan toe, die hij nodig denkt te hebben om zijn verhaal te vertellen. Dat tekent zowel de kracht als de zwakte van dit werk: Byron dicht eindeloos voort, over alles en nog wat dat hem bezig houdt, maar weet zich daarin ook niet te beperken, en verliest daarmee aan concentratie en daardoor aan kracht. Ik denk dat we tevreden mogen zijn dat de schrijver zijn werk niet heeft kunnen voltooien en dat het gedicht ‘beperkt’ is gebleven tot de 16 voltooide canto’s, toch al zo’n 500 pagina’s tekst…

Zelf lijkt Byron zich wel bewust van zijn langdradigheid, maar hij maalt daar niet om:

 

Waartoe, zo zult u vragen, zal dit leiden?

Ik volg de kronkelpaden van mijn brein.

Omdat ik, lezer, gaarne uit mag weiden

En zonder dat er redenen voor zijn

Werp ik vaak plotseling iets tussenbeide.

Deze vertelling volgt geen strakke lijn,

Ze is een basis voor bespiegelingen,

In aardse taal en over aardse dingen.

….

Mijn epos, een uit schuim geblazen bel,

Vraagt niet om lof, maar nodigt uit tot spel.

….

Ooit liet ik mij door zielsdrift inspireren;

Nu schrijf ik om mijn geest te activeren.

(canto XIV, 7-10)

 

Mijn eigen thema is vooral geweest:

Wie glimlacht niet als hij de mens beziet?

Ik schrijf de wereld op. Of zij mij leest

Maakt mij niets uit: ik spaar haar zeker niet.

Hoewel mijn muze (wat ik heb gevreesd

Toen ik begon, en wat ook is geschied),

Veel lezers heeft mishaagd, en nog mishaagt,

Ben ik, of was ik, als poëet geslaagd.

(canto XV, 60)

 

Ik moest (weer) even wennen aan de dichtvorm, die in eerste instantie erg gekunsteld overkomt. Maar als je even doorbijt wen je er snel aan. Even makkelijk als Byron zijn talloze strofen schrijft lezen die ook weg… De vertaling van Ike Cialona is voortreffelijk; het enige dat aan te merken zou zijn is dat de uitgave niet tweetalig is… Ik had graag de Engelse tekst ernaast gehad. Maar je kunt niet alles hebben, er valt zo al genoeg te genieten. En aan mijn kanttekeningen in het boek zie ik ook dat de tekst uitnodigt tot veel citeren. Dat zal ik nu verder niet doen (men leest het boek zelf maar), buiten – als uitsmijter – een prachtige strofe over Londen:

 

Een stapelplaats van tichelrode stenen

Die door een roetlaag grauw en smerig zijn;

Vluchtige zeilen die wat kleur verlenen

Aan ’t woud van masten langs de waterlijn.

De vele torens piepen, op hun tenen,

Boven het steenkoolgrijze baldakijn.

Een koepel op een kalkwitte rotonde

Is als een zottekap. Kijk, dat is Londen!

(canto X, 82)

 

 

 

 

 

Wandelblogs

 

 

Iedere zaterdag (bijna) wandel ik in de omgeving van Utrecht. Door weer en wind, bij nacht en ontij (bij wijze van spreken). Dat komt niet doordat ik zo ondernemend ben, maar door het feit dat ik me in de zomer van 2012 heb aangesloten bij een wandelgroep. Heerlijk! Ik hoef niet alles zelf te plannen of te organiseren, maar vooral te zorgen dat ik op zaterdag bijtijds opsta en mij op het afgesproken uur bij de startlocatie meld. Die startplaats wisselt wekelijks, en daarmee uiteraard ook het wandeltraject.

Na verloop van tijd ben ik onderweg wat foto’s gaan maken, die ik achteraf – tezamen met een kort begeleidend commentaar - deel met mijn fellow-travellers. Sinds begin 2014 doe ik dit online, in de vorm van een soort weblog: mijn wandelblog. Omdat het voor mij elke keer weer een verrassing is waar ik zal lopen, moet ik ook mijn foto-onderwerpen ter plaatse (en in het voorbijgaan) als zodanig herkennen. Dat heeft wel iets van een wekelijkse ‘blind date’.

Het merendeel van mijn 'dates' bestaat uit “Utrechtse landschappen”, hoewel we ons af en toe ook buiten de regio wagen. Dat levert dan "Uitheemse landschappen" op, of - meer specifiek - "Kustlandschappen".

Op een gegeven moment ben ik van wandelgroep geswitcht. Vier jaar lang maakte ik deel uit van de wandelgroep LOOP, waarin ik  met veel plezier gewandeld heb. Toen die groep dreigde te worden opgeheven heb ik met een aantal mede-lopers een soort 'doorstart' gemaakt. Sinds die tijd loop ik dus met de "Doorlopers". 

Nu, na inmiddels meer dan 10 jaar wandelen, loop ik nog steeds met evenveel plezier. Alleen merk ik dat we - uiteraard - vaker dezelfde routes lopen. En dat mijn teksten en beelden bijgevolg in herhaling gaan vervallen. Dat is voor mij voldoende reden om niet alles wat ik loop nog in mijn 'wandelblog' te melden... 

Sorry daarvoor.

   


 

 

boekenkat

 

Mijn boekenka(s)t(t)en

 

 

 

 

 

 

 

 

 Extra's

 

Rome revisited

Een reisverslag

 


  

Zes dagen Dublin

Een reisverslag

 


  

Weerzien in Petersburg

Een reisverslag

 


  

Omweg naar Moskou 

Rusland

Een reisverslag

 


 

Rondreis door Ierland


Een reisverslag

 


 

Zeven dagen in Rome

 

Een reisverslag

 

 

 

 

Copyright © Paul Lamandassa 2007-2023 | Powered by CMSimple| Template: ge-webdesign.de| Login