CiceroYou are here: Home > Boekbesprekingen > Dorrestijns vogelgids Dorrestijns vogelgids
Dorrestijns vogelgids - Hans Dorrestijn
“Dorrestijns vogelgids is het boek van een bekeerling. Op zijn eigen sardonische wijze schrijft Dorrestijn over zijn ontmoetingen in Nederland en in den vreemde met een nieuw mensentype dat hand over hand toeneemt: de vogelaar. In passende kledij en immer goed geluimd tuurt hij de bossen en de vennen af naar zelden geziene vogelsoorten als de Cirlgors en de Grote Trap. Elke nieuwe ontdekking brengt orgastische vreugde teweeg; niet voor niets spreekt Dorrestijn over de ornithologie als plaatsvervangende seksualiteit.” (Uitgeverstekst) Dorrestijn bespreekt – na een tiental ‘voorwoorden’ en wat algemene inleidingshoofdstukjes over de vogelaar en zijn apparatuur – ‘zijn’ vogels in alfabetische volgorde. En ‘zijn’ vogels bestaan dan uit die soorten waar de auteur een al dan niet mooie herinnering of verhaal bij heeft. Soms kort en (redelijk) to-the-point, en soms ook middels lang uitgesponnen verhalen over vogelreizen die hij als deelnemer heeft meegemaakt. Dit alles levert een totaalbeeld op van een enthousiaste vogelaar, waarbij niet zozeer kennis maar meer de ‘beleving’ centraal staat. Zo’n persoonlijke kijk werkt aan de ene kant verfrissend, maar krijgt op den duur ook iets vermoeiends, omdat de auteur toch wel erg met zijn persoonlijke beslommeringen bezig is. En als lezer ben ik eerlijk gezegd niet zo geïnteresseerd in de relaties, familie-perikelen, scheidingen, herenigingen of wat dan ook van de heer Dorrestijn. Zolang de teksten dicht(er) bij de vogels zelf blijven geven ze echter vaak wel een treffende karakterisering, met vaak een aangenaam positieve persoonlijke toets. Zijn karakterisering van het puttertje (distelvink) luidt bijvoorbeeld als volgt: “De leek gaat er in zijn onwetendheid van uit dat er in Nederland geen tropische vogels zijn. Hij beseft niet dat er onder zijn neus eentje rondvliegt. De distelvink is een conglomeraat van kleuren. En lief! En grappig! En speels! En vrolijk! Allemaal tropische eigenschappen. Waar en wanneer ik hem ook zie, zet ik mijn verrekijker aan mijn ogen. In een veld met distels kijk ik altijd goed rond en speur net zo lang tot ik hem heb.” (p.100) Dorrestijn presenteert zich niet zozeer als‘vogelkenner’ (zeker niet!), maar meer als ‘vogelvriend’: “De vogel is niet zomaar een gevederde vriend, maar hij is een heraut uit het paradijs. Nee, mooier nog: de vogel is het geluk. Hij bezorgt ons louter door zichzelf te zijn een onbeschrijflijk geluksgevoel. De vogel als Gouden Metafoor. Enzovoorts. Wie wel eens een Wielewaal in de volle zon heeft mogen zien, die begrijpt wat ik bedoel.” (p.20) Een wielewaal heb ik tot op heden nog nooit gezien, maar het beschreven gevoel begrijp ik. Evenals schrijvers’ aversie tegen biologen: “Beroepshalve doen ze niets anders dan het dierenleven verstoren. Een bioloog is alleen maar tevreden als hij tweehonderd vogeltjes heeft gewogen en gemeten. Daarvoor wordt hij betaald. Een pak op zijn sodemieter was beter op zijn plaats.” (p.141) Enigszins gechargeerd wellicht, maar het ‘afvangen’, tellen, ringen, met zendertjes uitrusten van de dieren komt ook op mij eerder ‘bevoogdend’ over (zowel in goede als slechte zin) dan ‘diervriendelijk’. Ik ben me er echter van bewust dat de meningen daarover verdeeld zijn… Al met al is Dorrestijns vogelgids afwijkend genoeg van de traditionele, specifiek op kennis gerichte, vogelgidsen om een eigen plaats binnen het genre in te nemen.
Wandelblogs
Iedere zaterdag (bijna) wandel ik in de omgeving van Utrecht. Door weer en wind, bij nacht en ontij (bij wijze van spreken). Dat komt niet doordat ik zo ondernemend ben, maar door het feit dat ik me in de zomer van 2012 heb aangesloten bij een wandelgroep. Heerlijk! Ik hoef niet alles zelf te plannen of te organiseren, maar vooral te zorgen dat ik op zaterdag bijtijds opsta en mij op het afgesproken uur bij de startlocatie meld. Die startplaats wisselt wekelijks, en daarmee uiteraard ook het wandeltraject. Na verloop van tijd ben ik onderweg wat foto’s gaan maken, die ik achteraf – tezamen met een kort begeleidend commentaar - deel met mijn fellow-travellers. Sinds begin 2014 doe ik dit online, in de vorm van een soort weblog: mijn wandelblog. Omdat het voor mij elke keer weer een verrassing is waar ik zal lopen, moet ik ook mijn foto-onderwerpen ter plaatse (en in het voorbijgaan) als zodanig herkennen. Dat heeft wel iets van een wekelijkse ‘blind date’. Het merendeel van mijn 'dates' bestaat uit “Utrechtse landschappen”, hoewel we ons af en toe ook buiten de regio wagen. Dat levert dan "Uitheemse landschappen" op, of - meer specifiek - "Kustlandschappen". Op een gegeven moment ben ik van wandelgroep geswitcht. Vier jaar lang maakte ik deel uit van de wandelgroep LOOP, waarin ik met veel plezier gewandeld heb. Toen die groep dreigde te worden opgeheven heb ik met een aantal mede-lopers een soort 'doorstart' gemaakt. Sinds die tijd loop ik dus met de "Doorlopers". Nu, na inmiddels meer dan 10 jaar wandelen, loop ik nog steeds met evenveel plezier. Alleen merk ik dat we - uiteraard - vaker dezelfde routes lopen. En dat mijn teksten en beelden bijgevolg in herhaling gaan vervallen. Dat is voor mij voldoende reden om niet alles wat ik loop nog in mijn 'wandelblog' te melden... Sorry daarvoor.
Mijn boekenka(s)t(t)en
Extra's
Rome revisited
Zes dagen Dublin
Weerzien in Petersburg
Omweg naar Moskou
Rondreis door Ierland
Zeven dagen in Rome
|
Copyright © Paul Lamandassa 2007-2023 | Powered by CMSimple| Template: ge-webdesign.de| Login