282,047 visitors
323,519 page views
1.15 page views / visitor

 

Cicero

You are here:   Home > Boekbesprekingen > Een geschiedenis van het lezen

Een geschiedenis van het lezen

 

Alberto Manguel - Een geschiedenis van het lezen

 

“In feite is onze macht als lezer universeel en wordt deze ook universeel gevreesd; men weet immers dat brave burgers door te lezen, in het beste geval, kunnen veranderen in rationele wezens, in staat zich te verzetten tegen onrecht, armoede en misbruik door hen die over ons heersen. Als die mensen in opstand komen, worden ze door onze maatschappijen uitgemaakt voor gekken of neuroten (zoals Don Quichot of madame Bovary), heksen of mensenhaters, subversieve elementen of intellectuelen, want die laatste term heeft tegenwoordig een beschuldigende bijklank gekregen.”

Aldus schrijft Alberto Manguel in het voorwoord dat 10 jaar na de verschijning van zijn boek Een geschiedenis van het lezen is toegevoegd. En al deze aangestipte zaken – en nog vele andere – betreffende de macht van ‘de lezer’ (en vooral ook van ‘het lezen’) en de reacties daarop komen in zijn boek uitgebreid aan de orde:

“Dit prachtig uitgegeven, royaal in kleur geillustreerde boek bevat een serie sterk samenhangende opstellen over de vele facetten van het lezen, van kleitablet tot cd-rom, door de Argentijns-Canadese schrijver Alberto Manguel (1948), de vroegere voorlezer van de blinde 'schrijver der schrijvers', Jorge Luis Borges (die overigens juist het toegewijd lezen de bron van zijn schrijverschap noemde en, als een eerbetoon aan het lezen, in een van zijn mooiste novellen het beeld schetste van de oneindige, alomvattende bibliotheek). Manguels zeer persoonlijke en zeer toegankelijke, soms sterk anekdotische en verhalende opstellen, laten hem zien als een hartstochtelijke lezer, die overigens ook als samensteller van bloemlezingen, als vertaler en als romanschrijver naam heeft. Een encyclopedische kennis van zesduizend jaar lezen en boeken heeft hij, en die legt hij voor aan lezers bij wie hij een even grote passie voor boeken en lezen veronderstelt. Manguel gidst de lezer langs zijn belangrijkste leeservaringen, belevingen, historische feiten, veranderde leesgewoonten en andere wetenswaardigheden. De echte lezer is dit boek op het lijf geschreven.” (Biblion recensie)

Alberto Manguel presenteert zich als lezer, en niet als schrijver. In Een geschiedenis van het lezen stelt hij dan ook met nadruk dat “het lezen vooraf gaat aan het schrijven”, en dat zelfs de eerste schrijver heeft moeten kunnen lezen voordat hij ging schrijven. Wat Manguel met name bezighoudt is de invloed van de lezer op het geschrevene: pas in het lezen krijgt een tekst zijn betekenis, die overigens voor iedere lezer een andere kan zijn. En ook dezelfde lezer kan in zijn verschillende levensfasen een andere betekenis toekennen aan dezelfde tekst, getuige een door Manguel aangehaalde passage uit het werk van Virginia Woolf over Hamlet:
“Als je je indrukken van Hamlet zou opschrijven, wanneer je het stuk jaar na jaar leest (...) zou dat er op neerkomen, dat je je eigen biografie vastlegt, want naarmate we meer van het leven te weten komen, levert Shakespeare commentaar op hetgeen we weten.” (p.40)

Met dit citaat echter zet Manguel tegelijkertijd zijn eigen stelling met betrekking tot het primaat van het lezen weer op losse schroeven. Er bestaan blijkbaar boeken – buiten Shakespeare komen met name de Bijbel en de Koran in andere hoofdstukken van Een geschiedenis van het lezen op vergelijkbare wijze ter sprake – die los van een historische context (komen te) staan en als het ware op iedere mogelijke lezer en leeswijze zijn voorbereid. Zo ontstaat er dus een Gordiaanse knoop van lezen en schrijven... En dat is volgens mij ook precies de bedoeling van Manguel; hij wil geen stellingen poneren of ‘gelijk hebben’, maar een zoektocht ondernemen naar de interactie tussen de lezer en het geschrevene:

“Petrarca heeft deze methode bedacht in het licht van wat hij ‘goddelijke waarheid’ noemt: een gevoel dat de lezer moet bezitten, waarmee hij gezegend moet zijn, namelijk dat hij een keuze kan maken en zich al interpreterend een weg kan banen door de verleidingen van de pagina heen. Zelfs de bedoelingen van de auteur, voor zover die verondersteld worden, zijn van niet veel waarde als het gaat om de beoordeling van een tekst. Zo’n beoordeling, zo stelt Petrarca, moet tot stand komen door de eigen herinneringen aan andere gelezen boeken, waarin de herinnering overvloeit die de auteur op de pagina vastlegt. Bij dit dynamische proces van geven en nemen, van uiteenhalen en aan elkaar passen, mag de lezer de ethische grenzen van de waarheid niet overschreiden – en die bestaan uit alles wat het geweten (wij zouden zeggen: het gezond verstand) van de lezer dicteert.” (p.133)

Dat ‘geweten’ van de lezer moet de literatuur ook beschermen tegen een al te formalistische, en daardoor betekenis-vernauwende, categorisering en ‘catalogisering’ van boeken:

“Als men Gullivers Reizen van Jonathan Swift onderbrengt bij Fictie, is het een humoristische avonturenroman; onder Sociologie is het een satirisch onderzoek over het achtiende-eeuwse Engeland; onder Kinderboeken is het een onderhoudend sprookje over dwergen en reuzen en sprekende paarden; onder Fantastische Verhalen een voorloper van de sciencefiction; onder Reisboeken een denkbeeldige reis; onder Klasieke Werken een onderdeel van de literaire canon van het Westen. Categorieën sluiten dingen uit; lezen doet dat niet – of hoort dat althans niet te doen. Wat voor classificaties er ook zijn gekozen, elke bibliotheek tiranniseert de handeling van het lezen en dwingt de lezer – de nieuwsgierige lezer, de waakzame lezer – het boek te ‘redden’ uit de categorie waartoe het is veroordeeld.” (p.359)

En wat krijgt de ‘waakzame’ lezer daarvoor terug?

“We lezen in vlagen van plotseling genoegen, zonder te weten waar dat genoegen vandaan komt. ‘Wat is toch in vredesnaam die emotie?’ vraagt (...) zich af nadat ze King Lear heeft gelezen. ‘Wat is de invloed van buitengewone kunstwerken op mijn leven, waardoor ik me zo blij voel?’ Dat weten we niet: we lezen als onwetenden. (...) En soms, als de sterren gunstig staan, lezen we met ingehouden adem, met een huivering alsof er iemand ‘over ons graf loopt’, alsof er plotseling een herinnering is gered van een plek diep in ons binnenste – de herkenning van iets waarvan we nooit hebben geweten dat het er was, of van iets dat we vaag hebben gevoeld als een flits of een schaduw, waarvan de spookachtige gedaante oprijst en weer in ons verzinkt voordat we kunnen zien wat het is, waarna we ouder en wijzer achterblijven.” (p.535-36)

Het zijn nogal wat citaten, dat geef ik toe, maar ik denk dat ze zo bij elkaar een aardig beeld geven van de ‘strekking’ van Manguels Een geschiedenis van het lezen. Daarbij doe ik natuurlijk geen recht aan de diversiteit van het boek, met zijn uitwaaierende scala aan onderwerpen (en illustraties, niet te vergeten). Voor mij – als lezer – zijn deze ‘kerngedachten’ van het boek echter belangrijk genoeg om ze apart even ‘uit te lichten’ omdat ze naar mijn gevoel de verbindende structuur vormen binnen het literaire mozaiek dat Alberto Manguel voor ons geschilderd heeft.

Het boek verdient een ereplaats in de boekenkast van iedere ‘echte’ lezer.

 

 

 

 

 

Wandelblogs

 

 

Iedere zaterdag (bijna) wandel ik in de omgeving van Utrecht. Door weer en wind, bij nacht en ontij (bij wijze van spreken). Dat komt niet doordat ik zo ondernemend ben, maar door het feit dat ik me in de zomer van 2012 heb aangesloten bij een wandelgroep. Heerlijk! Ik hoef niet alles zelf te plannen of te organiseren, maar vooral te zorgen dat ik op zaterdag bijtijds opsta en mij op het afgesproken uur bij de startlocatie meld. Die startplaats wisselt wekelijks, en daarmee uiteraard ook het wandeltraject.

Na verloop van tijd ben ik onderweg wat foto’s gaan maken, die ik achteraf – tezamen met een kort begeleidend commentaar - deel met mijn fellow-travellers. Sinds begin 2014 doe ik dit online, in de vorm van een soort weblog: mijn wandelblog. Omdat het voor mij elke keer weer een verrassing is waar ik zal lopen, moet ik ook mijn foto-onderwerpen ter plaatse (en in het voorbijgaan) als zodanig herkennen. Dat heeft wel iets van een wekelijkse ‘blind date’.

Het merendeel van mijn 'dates' bestaat uit “Utrechtse landschappen”, hoewel we ons af en toe ook buiten de regio wagen. Dat levert dan "Uitheemse landschappen" op, of - meer specifiek - "Kustlandschappen".

Op een gegeven moment ben ik van wandelgroep geswitcht. Vier jaar lang maakte ik deel uit van de wandelgroep LOOP, waarin ik  met veel plezier gewandeld heb. Toen die groep dreigde te worden opgeheven heb ik met een aantal mede-lopers een soort 'doorstart' gemaakt. Sinds die tijd loop ik dus met de "Doorlopers". 

Nu, na inmiddels meer dan 10 jaar wandelen, loop ik nog steeds met evenveel plezier. Alleen merk ik dat we - uiteraard - vaker dezelfde routes lopen. En dat mijn teksten en beelden bijgevolg in herhaling gaan vervallen. Dat is voor mij voldoende reden om niet alles wat ik loop nog in mijn 'wandelblog' te melden... 

Sorry daarvoor.

   


 

 

boekenkat

 

Mijn boekenka(s)t(t)en

 

 

 

 

 

 

 

 

 Extra's

 

Rome revisited

Een reisverslag

 


  

Zes dagen Dublin

Een reisverslag

 


  

Weerzien in Petersburg

Een reisverslag

 


  

Omweg naar Moskou 

Rusland

Een reisverslag

 


 

Rondreis door Ierland


Een reisverslag

 


 

Zeven dagen in Rome

 

Een reisverslag

 

 

 

 

Copyright © Paul Lamandassa 2007-2023 | Powered by CMSimple| Template: ge-webdesign.de| Login