284,721 visitors
328,095 page views
1.15 page views / visitor

 

Cicero

You are here:   Home > Boekbesprekingen > Een nagelaten bekentenis

Een nagelaten bekentenis

 

Marcellus Emants - Een nagelaten bekentenis

 

Marcellus Emants is, met name in zijn roman Een nagelaten bekentenis, een Nederlandse exponent van het naturalisme in de literatuur:

“Het centrum van het naturalistisch kunstwerk is het personage in zijn milieu. Dit personage is zwak en vaak ziek, verveeld, somber, decadent. De naturalistische kunstenaar behandelt vaak de ontnuchtering, teleurstelling en ondergang van dit personage, alsmede de kwalijke gevolgen daarvan op zijn omgeving.” (bron: Wikipedia)

De hoofdpersoon uit Emants roman, Willem Termeer, voldoet voor de volle honderd procent aan deze omschrijving. Hij ziet (en beschrijft) zichzelf als een ‘dégénéré’, en beschouwt al zijn tekortkomingen als erfelijk bepaald. Daarmee schuift hij de verantwoordelijkheid voor zijn handelen van zich af. Het is in zijn opvatting onmogelijk om zichzelf te veranderen, hij is vastgelegd in zijn genen en milieu:

“… begon ik te begrijpen, dat mijn onhandigheid, mijn gebrek aan moed en volharding, mijn behoefte aan emotie, mijn hang naar het verbodene slechts de giftige bloesems waren van zaadkorrels in mijn voorouders ontkiemd. De wortels reikten over me heen tot in afgesloten levens en daarom zou ik ze nimmer kunnen uitroeien.” (p.40)

De roman valt met de deur in huis, en begint gelijk al met de climax van het verhaal:

“Mijn vrouw is dood en al begraven.

Ik ben alleen in huis, alleen met de twee meiden.

Dus ben ik weer vrij; maar wat baat me nu die vrijheid? Ten naasten bij kan ik krijgen, wat ik sinds twintig jaar – ik ben vijf en dertig – verlangd heb; maar thans durf ik ’t niet nemen en zo heel veel zou ik er toch niet meer van genieten.”

In het vervolg legt de verteller uit hoe hij tot zijn daad gekomen is, want hij heeft zijn vrouw vermoord.  En hij doet het grondig, dat uitleggen, want hij begint al in zijn vroegste jeugd. Daar al liggen de oorzaken van zijn karakterontwikkeling  en van de persoon die hij geworden is: een outcast die wordt uitgespuugd door zijn omgeving, en die op zijn beurt de hele wereld uitspuugt. Op een genadeloze manier analyseert hij het stuklopen van zijn zoektocht naar liefde en geborgenheid.

Na het ijzersterke begin van de roman, waarmee de auteur zich verzekert van de volle aandacht, lijkt het vervolg in eerste instantie een nogal deprimerende leeservaring. Toch weet Emants met zijn sobere en doelgerichte taalgebruik de lezer bij de les te houden. Ik zal hier slechts één voorbeeld geven van een bondige en tegelijkertijd uiterst plastische beschrijving. Als de dokter de verteller na de dood van diens vrouw onder druk zet omdat hij wantrouwen heeft over de doodsoorzaak, raakt de verteller in paniek:

“’t Was, of de angst mijn ziel cataleptisch maakte. Ik voelde mijn denken verstijven, mijn aandacht samenkrimpen, tot zij gelijk werd aan een oog, dat door een nauwe kijker blikkend niets meer ziet dan een eng grijswit cirkeltje, waarin aanstonds het vreselijke zal verschijnen. En in dit pijnlijk ineenschrompelen van mijn zenuwleven was ‘t, of mijn lichaam afstierf en als een logge massa al zwaarder en zwaarder neerhing aan mijn angstig starend brein.” (p.222)

Dat is toch prachtig, nietwaar? Ik zie het in ieder geval helemaal voor me…

Ik las Een nagelaten bekentenis in een oude uitgave, die waarschijnlijk nog uit mijn middelbare schooltijd stamt. Een jaartal of andere toelichting is er niet in te vinden. En ik begrijp dat ook in recentere uitgaven de tekst nog steeds in ouderwetse spelling (de roman is uit 1894) wordt aangeboden. Eigenlijk vind ik dat een schande, omdat dit de (mogelijke) lezerskring sterk inperkt. Wat mij betreft behoort dit boek tot het Nederlands cultuurgoed, en dat betekent dat het toegankelijk moet zijn, (juist) ook voor een modern lezerspubliek. Nu struikel je over ouderwetse spelling, en – erger nog – over woorden waarvan de betekenis in de loop van de tijd veranderd is. Ik heb me het hele boek lang afgevraagd wat een passend synoniem zou zijn voor het woord ‘leuk’ of ‘leukheid’. Dat woord komt regelmatig voor in de tekst, maar in een heel andere betekenis dan je zou verwachten. Uiteindelijk, en dat is pas achteraf, kom ik tot de conclusie dat het ‘gelaten’ of ‘gelatenheid’ moet betekenen. Dat heeft mij heel wat hoofdbrekens gekost!

Een nagelaten bekentenis roept (bij mij) associaties op met het werk van Camus. L’étranger (De vreemdeling) valt ook met de deur in huis: “Vandaag is moeder gestorven. Of gisteren misschien.” En ook daar komt het tot een moord, door omstandigheden gedreven… Nu is Camus (juist) niet van de erfelijkheid en ‘voorbestemming’, maar verhaaltechnisch zijn er toch veel overeenkomsten. En wat betreft het opbiechten van een ‘misdaad’ moet ik ook denken aan Camus’ De val (La chute), ook een behoorlijk deprimerend boek. Dat (her)lees ik nu, als vervolg op Een nagelaten bekentenis. Ik houd van associatief lezen… En wat lees ik daar, als één van de anekdotes die de verteller opdist uit zijn praktijk als advocaat:

“Deze man werd er letterlijk razend van, dat hij in het ongelijk was en dat hij nooit een brevet van deugdzaamheid zou kunnen krijgen, niet van zichzelf, noch van anderen. Hoe volmaakter zijn vrouw werd, des te razender werd hij. Ten slotte kon hij het niet meer uithouden. Wat denkt u, dat hij deed? Haar niet langer bedriegen? Neen. Hij vermoordde haar.”

Dat is toch een perfecte samenvatting van Een nagelaten bekentenis? Fantastisch wat die associaties (intertekstualiteit) kunnen opleveren! Daar lees je (onder andere) voor. Deze roman heeft mij bij herlezing alles bij elkaar boven verwachting veel leesplezier opgeleverd!

 

Naschrift.

Ik las Een nagelaten bekentenis voor de ‘lees club’ waarvan ik sinds kort deel uitmaak. We hebben de roman besproken, aan de hand van de aantekeningen en vragen die voor dit doel waren opgesteld. Met name één vraag daaruit blijft mij intrigeren: "Heeft Willem zijn vrouw vermoord of is hij in de war en denkt hij het alleen maar?”

Wij kwamen hier in eerste instantie niet helemaal uit, omdat in het verhaal toch duidelijk beschreven staat dat (en hoe) Willem zijn vrouw een overdosis slaapmiddel toedient. Wel had ik al wel het gevoel dat deze vraag de hele roman op losse schroeven zou kunnen zetten: wat nu als dit niet waar zou zijn, de moord dus niet gepleegd… Dan weet je (als lezer) niet meer wat je nu moet geloven, en wat niet. Dat vind ik een spannend gezichtspunt.

Ik liet daarom achteraf nog eens de verschillende mogelijkheden de revue passeren, en kwam zodoende tot een 'sluitende' oplossing voor een alternatieve versie van het verhaal:

De verteller/hoofdpersoon Willem fantaseert wel vaker, om zijn leven wat kleur te geven. Bijvoorbeeld om indruk te maken op zijn (toen nog) aanstaande vrouw doet hij zich voor als succesvol reiziger. Dat maakt hem interessant. Nu is zijn vrouw dood, en blijft hij met lege handen achter. Zijn vrouw heeft een overdosis slaapmiddelen ingenomen, de volgende ochtend zit hij bij het ontbijt op haar te wachten (precies zoals hij dit beschrijft) en zij komt niet. Na enige tijd stuurt hij de dienstmeid naar boven, die daarop ontdekt dat zijn vrouw dood is. De dokter komt, constateert de dood, en ondervraagt Willem op een manier die door Willem wordt opgevat als een verdachtmaking (hij is nogal wantrouwend ten opzichte van zijn medemensen). Verder niets. Zijn vrouw wordt begraven, en Willem blijft alleen achter, even hopeloos als altijd. Zijn leven was en is niets…

Dan slaat zijn fantasie op hol, en gaat hij zich inbeelden dat hij zijn vrouw wèl vermoord heeft (hij had het tenslotte kunnen doen). Daarmee wordt zijn leven spannend en interessant, en daarmee hijzelf. Maar goed, niemand verdenkt hem (meer), dus is hij voor de buitenwereld nog even kleurloos als voorheen. De enige manier om dit te veranderen is de buitenwereld te laten weten dat hij een moord gepleegd heeft. Maar hoe doe je dat? Precies, door een 'bekentenis’ af te leggen. Uiteraard is Willem te laf om naar de politie te stappen en zich aan te geven. Hij zet dus zijn "nagelaten bekentenis” op papier, en verdwijnt vervolgens.

Waarheen? Naar het buitenland? Pleegt hij zelfmoord? Geeft hij zichzelf alsnog aan bij de politie? Wij – als lezer – komen dit niet te weten. Wat we wel weten is dat we te maken hebben met een "onbetrouwbare verteller”, die wij niet op zijn woord kunnen geloven (daarvoor heeft hij al teveel leugens opgedist). Daarom mogen wij zijn verhaal niet klakkeloos accepteren zoals dit aan ons wordt opgediend. 

Het is dus een heel intrigerende en suggestieve vraag ("Heeft Willem zijn vrouw vermoord of is hij in de war en denkt hij het alleen maar?”), waarmee je niet zozeer de hermetische, cyclische opzet van de roman ter discussie stelt, maar wel de feitelijke vertelling, waarbij het lijkt alsof op de eerste bladzijde een feit wordt geconstateerd (Willem heeft zijn vrouw vermoord), waarna het hele aansluitende verhaal naar die conclusie toe werkt. Daarmee strooit de schrijver ons zand in de ogen, want we betwijfelen de juistheid van dat 'feit’ niet (meer)… En juist dit vaststaande feit wordt ons verteld door iemand die zich in de loop van het verhaal laat kennen als een "onbetrouwbare verteller”…

Voor sommigen zal deze herinterpretatie wat vergezocht lijken. Maar als je dan eens kijkt naar De donkere kamer van Damocles, waarin WF Hermans een even onbetrouwbare verteller (Osewoudt) opvoert, die uiteindelijk verstrikt raakt in een onontwarbare kluwen van waarheid en verbeelding, dan wordt zo’n opzet al minder onwaarschijnlijk. Voor mij is dit één van de redenen waarom literatuur zo fascinerend is: die dubbelzinnigheid, het feit dat je een tekst op meerdere manieren kunt interpreteren…

 

 

 

 

 

Wandelblogs

 

 

Iedere zaterdag (bijna) wandel ik in de omgeving van Utrecht. Door weer en wind, bij nacht en ontij (bij wijze van spreken). Dat komt niet doordat ik zo ondernemend ben, maar door het feit dat ik me in de zomer van 2012 heb aangesloten bij een wandelgroep. Heerlijk! Ik hoef niet alles zelf te plannen of te organiseren, maar vooral te zorgen dat ik op zaterdag bijtijds opsta en mij op het afgesproken uur bij de startlocatie meld. Die startplaats wisselt wekelijks, en daarmee uiteraard ook het wandeltraject.

Na verloop van tijd ben ik onderweg wat foto’s gaan maken, die ik achteraf – tezamen met een kort begeleidend commentaar - deel met mijn fellow-travellers. Sinds begin 2014 doe ik dit online, in de vorm van een soort weblog: mijn wandelblog. Omdat het voor mij elke keer weer een verrassing is waar ik zal lopen, moet ik ook mijn foto-onderwerpen ter plaatse (en in het voorbijgaan) als zodanig herkennen. Dat heeft wel iets van een wekelijkse ‘blind date’.

Het merendeel van mijn 'dates' bestaat uit “Utrechtse landschappen”, hoewel we ons af en toe ook buiten de regio wagen. Dat levert dan "Uitheemse landschappen" op, of - meer specifiek - "Kustlandschappen".

Op een gegeven moment ben ik van wandelgroep geswitcht. Vier jaar lang maakte ik deel uit van de wandelgroep LOOP, waarin ik  met veel plezier gewandeld heb. Toen die groep dreigde te worden opgeheven heb ik met een aantal mede-lopers een soort 'doorstart' gemaakt. Sinds die tijd loop ik dus met de "Doorlopers". 

Nu, na inmiddels meer dan 10 jaar wandelen, loop ik nog steeds met evenveel plezier. Alleen merk ik dat we - uiteraard - vaker dezelfde routes lopen. En dat mijn teksten en beelden bijgevolg in herhaling gaan vervallen. Dat is voor mij voldoende reden om niet alles wat ik loop nog in mijn 'wandelblog' te melden... 

Sorry daarvoor.

   


 

 

boekenkat

 

Mijn boekenka(s)t(t)en

 

 

 

 

 

 

 

 

 Extra's

 

Rome revisited

Een reisverslag

 


  

Zes dagen Dublin

Een reisverslag

 


  

Weerzien in Petersburg

Een reisverslag

 


  

Omweg naar Moskou 

Rusland

Een reisverslag

 


 

Rondreis door Ierland


Een reisverslag

 


 

Zeven dagen in Rome

 

Een reisverslag

 

 

 

 

Copyright © Paul Lamandassa 2007-2024 | Powered by CMSimple| Template: ge-webdesign.de| Login