CiceroYou are here: Home > Boekbesprekingen > In Einsteins achtertuin In Einsteins achtertuin
Amanda Gefter - In Einsteins achtertuin
Amanda Gefter is wetenschapsjournalist, en zij beschrijft in haar boek hoe zij dat geworden is. Het is daarnaast het verhaal van haar zoektocht naar antwoorden op fundamentele natuurkundige vragen, als het ontstaan van het universum en de kenbaarheid van de wereld (de vraag naar de ultieme werkelijkheid). Zij beschrijft deze zoektocht in de vorm van een soort coming-of-age verhaal met veel persoonlijke details. Daarin is haar taal relativerend, licht ironisch vaak, en humoristisch. Maar intussen beschrijft zij ook haar gesprekken met vooraanstaande denkers en wetenschappers, zoals John Wheeler, Leonard Susskind en Stephen Hawking, en uiteraard de hedendaagse natuurwetenschappelijke stand van zaken. Zo staat het boek vol vacuümfluctuaties, snaartheorie, kwantummechanica, relativiteit, zwarte gaten, parallelle universa, Poincaré-symmetrie, Hawking-straling, het holografisch principe, horizon-complementariteit, etc. Nu ben ik wat fysica betreft min of meer een onbeschreven blad. Zo wist ik bijvoorbeeld niet dat zwaartekracht niets anders is dan plooiingen in de ruimte-tijd dimensie (als ik dit nu goed formuleer tenminste). Ik had wel zin in ‘een duizelingwekkende toer langs de mooiste ideeën uit de natuurkunde’, zoals de ondertitel van het boek luidt (in de Nederlandse uitgave dan, oorspronkelijk luidt die heel anders). Maar het blijft zware kost voor mij: “Het holografisch principe zegt dat de eigenschappen van de ruimtetijd gecodeerd zijn in het al of niet communatief zijn van bepaalde kwantumoperatorenen en de grootte van de toestanden-ruimte, de Hilbert-ruimte, de entropie. Dat zijn dingen die niet fluctueren.” (p. 423) Dan denk ik “gooi maar in mijn pet, dan kijk ik er later nog wel eens naar”. De schrijfster zegt hier - in een interview met Volkskrant-redacteur Martijn van Calmthout – het volgende over: “Er zijn critici die het allemaal te moeilijk vinden. Ik denk dat het vooral te moeilijk is als je als lezer haast hebt. Dit is geen populair wetenschappelijk verhaaltje over hoe het zit. Dit is denken op papier. Wie meedenkt, komt er wel uit.” (De Volkskrant, 21-6-2014) Nou, meedenken heb ik gedaan, en haast had ik niet. Of eigenlijk toch wel, want ik kon bijna niet ophouden met lezen, zo gefascineerd was ik door de manier waarop de schrijfster mij door de materie voerde. Wat overigens niet wil zeggen dat ik nu veel meer begrijp van de ingewikkelde materie. Vaak ging het mij echt boven de pet. Maar even vaak werd ik getroost door de schrijfster, die haar eigen kennis ook voortdurend op sublieme wijze weet te relativeren. Over haar aanwezigheid bij een lezing over de M-theorie van Ed Witten schrijft zij bijvoorbeeld: “Nu, op Harvard, keek ik toe terwijl hij de ene na de andere onbegrijpelijke formule op het bord schreef; zijn broek zat onder het krijtstof. Ik had geen idee waar hij het over had. Het probleem was niet alleen dat de subtiliteiten van zijn betoog me ontgingen of dat de wiskunde me afschrikte – ik kon er niet eens achter komen wat het onderwerp was. (…) vandaag herinnerden die formules me eraan dat ik (…) wel degelijk buiten dit universum stond, dat ik er omheen cirkelde als iemand die zich bij het verlaten van zijn huis heeft buitengesloten, verlangend naar het interieur kijkt en wanhopig een manier probeert te bedenken om binnen te komen. De M van middelmatig.” (p.445) En veel eerder in haar boek al schrijft zij over kwantumtheorie op een manier die mij prima bij de les weet te houden, ook alweer door die mooie relativering: “Het punt met kwantummechanica is dat die een beeld van de werkelijkheid oplevert dat niet lijkt te kloppen met de wereld zoals wij die kennen. Een beeld waarin gevolgen geen oorzaken hebben, waarnemers het waargenomene bepalen en er waar je ook maar kijkt dozen staan vol katten die tegelijkertijd dood en levend zijn. Maar aan de andere kant, misschien levert de kwantummechanica helemaal geen beeld van de werkelijkheid op. Misschien neemt de kwantummechanica alleen maar onze bestaande beelden en maakt ze zo onscherp dat ze onherkenbaar worden. (…) Wheeler had het ontstaan van de kwantumtheorie meegemaakt en was erbij geweest, had er middenin gezeten toen fysici als Bohr, Feynman, Everett en Einstein wanhopig probeerden iets te maken van de bizarre feiten die zich voor hun ogen openbaarden. De fysici hadden geen theorieën waar ze op voort konden bouwen, en dus zweefde hun meest geslaagde theorie daar maar zo’n beetje en zag er arbitrair en raar uit, iets waar velen zich uiteindelijk maar aan overgaven, met hun witte vlag in de lucht en ‘mond dicht en rekenen’ mompelend.” (p. 34) Ik zie dat ik nog veel meer passages in het boek heb aangekruist. Voor mij is dat altijd een teken dat ik dingetjes wil onthouden en reproduceren, een goed teken dus. Maar ik moet mij inhouden, en zal hier niet alles gaan overtypen. Eén metafysische quote kan nog wel: “We hallucineren, we dromen. Zhuang Zi droomde dat hij een vlinder was, maar toen hij wakker werd, merkte hij dat hij een vlinder was die droomde dat hij een man was. Ineens begreep ik de moraal van dat verhaal: we worden allemaal belazerd.” (p. 119) De Nederlandse uitgave van De achtertuin van Einstein sluit af met een kruiswoordraadsel. De uitgever stelt: “Boek uit? Bewijs het maar!” We worden overhoord, achteraf, om te zien of we wel goed hebben opgelet. We moeten woorden invullen op vragen/hints als “Een soort intrinsieke rotatie die verklaart hoe de deeltjes eruit zien vanuit verschillende referentiekaders” en “Eén van de grondleggers van de kwantummechanica, schrijver van Physical Reality” en “De Michael Jackson van de fysica”…. De eerste keer dat ik daar een blik op wierp had ik niet het idee dat ik daar veel van zou kunnen maken. Maar met wat terugbladeren, nadenken en (beken ik eerlijk) wat zoekopdrachten in google kon ik de puzzel uiteindelijk helemaal oplossen. Ik vind het een briljant idee, zo’n examen op het eind van het boek. Het dwingt je om expliciet te reflecteren op de gelezen stof, en dat ook nog op een leuke, speelse manier. Eerder kwam ik zo’n klein examen tegen bij het boek van Marisha Pessl, Calamiteitenleer voor gevorderden. Een draak van een boek, maar het ‘examen’ achteraf maakte voor mij indertijd een hoop goed. Ik heb het boek (waarschijnlijk alleen om die reden) nog steeds in de kast staan… Terug naar De achtertuin van Einstein: een heerlijk boek, dat ik met erg veel plezier gelezen heb. Ik vraag me af of ik nu veel meer weet van de fundamentele natuurkunde, maar de interesse en affiniteit zijn een stuk groter geworden. Zo las ik afgelopen zaterdag een achtergrondartikel in de wetenschapskatern van de krant in de rubriek Fysica over het echtpaar Linde/Lallosh. Zij wiskundige, hij kosmoloog. Voorheen zou ik zo’n artikel genegeerd hebben. En het leuke was: ik snapte waar het over ging! De achtertuin van Einstein is zo’n boek waarbij je na de laatste bladzijde betreurt dat het uit is, en waarin je het liefst meteen opnieuw zou beginnen te lezen. Ik ben dan ook zeker van plan om het te herlezen. Dat lijkt me helemaal geen straf, en wie weet blijft er dan wat meer hangen…
Wandelblogs
Iedere zaterdag (bijna) wandel ik in de omgeving van Utrecht. Door weer en wind, bij nacht en ontij (bij wijze van spreken). Dat komt niet doordat ik zo ondernemend ben, maar door het feit dat ik me in de zomer van 2012 heb aangesloten bij een wandelgroep. Heerlijk! Ik hoef niet alles zelf te plannen of te organiseren, maar vooral te zorgen dat ik op zaterdag bijtijds opsta en mij op het afgesproken uur bij de startlocatie meld. Die startplaats wisselt wekelijks, en daarmee uiteraard ook het wandeltraject. Na verloop van tijd ben ik onderweg wat foto’s gaan maken, die ik achteraf – tezamen met een kort begeleidend commentaar - deel met mijn fellow-travellers. Sinds begin 2014 doe ik dit online, in de vorm van een soort weblog: mijn wandelblog. Omdat het voor mij elke keer weer een verrassing is waar ik zal lopen, moet ik ook mijn foto-onderwerpen ter plaatse (en in het voorbijgaan) als zodanig herkennen. Dat heeft wel iets van een wekelijkse ‘blind date’. Het merendeel van mijn 'dates' bestaat uit “Utrechtse landschappen”, hoewel we ons af en toe ook buiten de regio wagen. Dat levert dan "Uitheemse landschappen" op, of - meer specifiek - "Kustlandschappen". Op een gegeven moment ben ik van wandelgroep geswitcht. Vier jaar lang maakte ik deel uit van de wandelgroep LOOP, waarin ik met veel plezier gewandeld heb. Toen die groep dreigde te worden opgeheven heb ik met een aantal mede-lopers een soort 'doorstart' gemaakt. Sinds die tijd loop ik dus met de "Doorlopers". Nu, na inmiddels meer dan 10 jaar wandelen, loop ik nog steeds met evenveel plezier. Alleen merk ik dat we - uiteraard - vaker dezelfde routes lopen. En dat mijn teksten en beelden bijgevolg in herhaling gaan vervallen. Dat is voor mij voldoende reden om niet alles wat ik loop nog in mijn 'wandelblog' te melden... Sorry daarvoor.
Mijn boekenka(s)t(t)en
Extra's
Rome revisited
Zes dagen Dublin
Weerzien in Petersburg
Omweg naar Moskou
Rondreis door Ierland
Zeven dagen in Rome
|
Copyright © Paul Lamandassa 2007-2023 | Powered by CMSimple| Template: ge-webdesign.de| Login