282,047 visitors
323,519 page views
1.15 page views / visitor

 

Cicero

You are here:   Home > Boekbesprekingen > Jevgeni Onegin

Jevgeni Onegin

 

Alexander Poesjkin - Jevgeni Onegin

 
Jevgeni Onegin is een drama in verzen. Het werk bestaat uit 8 delen. Elk deel verscheen afzonderlijk, in tijdschriften, tussen 1825 en 1831. Het volledige werk werd gepubliceerd in 1833. Jevgeni Onegin werd reeds direct na verschijnen door critici geroemd om zijn innovatieve rijmschema’s, de lichte, ongedwongen, humoristische toon en de natuurlijke dictie, alles zo geheel anders dan de toentertijd gangbare sombere classicistische stijl.

Met het werk van Alexander Poesjkin heb ik nooit veel op gehad. Ik had wel eens iets van hem gelezen, maar nooit begrepen waarop die buitensporige waardering voor zijn werk gebaseerd is. Nu ik eindelijk zijn hoofdwerk, Jevgeni Onegin, gelezen heb, in een prachtige vertaling van W. Jonker (uitgebracht in de Russische bibliotheek van uitgeverij van Oorschot), begrijp ik het ineens wel! Tijdens het lezen had ik telkens weer dat ‘euforische gevoel’, dat zich zo moeilijk onder woorden laat brengen maar dat voor mij kenmerkend is voor een literair meesterwerk...
Naar mijn idee komt dit voornamelijk door die “lichte, ongedwongen, humoristische toon en de natuurlijke dictie”. Afwisselend spreekt de dichter tot zijn publiek, mijmert hij over zijn eigen jeugd en toekomst, de literaire kritiek, politiek, het leven op het land, en houdt hij zich bezig met zijn verhaal. De overgangen zijn soms vloeiend en soms niet, waardoor de indruk ontstaat dat het werk eigenlijk nog niet voltooid is, nog niet tot zijn definitieve vorm is ‘bijgeschaafd’. Maar juist in dat ‘onaffe’ schuilt één van de grote krachten van het boek, omdat dit de indruk van ‘spontaniteit’ oproept: het lijkt wel of de schrijver het verhaal speciaal voor jou (de lezer) opdist en ter plekke vormgeeft, compleet met allerlei afdwalingen en uitweidingen.

Het verhaal op zich is niet opzienbarend: Onegin, een jonge dandy uit de aristocratische kringen van Sint-Petersburg, woont op het landgoed dat zijn oom hem heeft nagelaten. Levensmoe en melancholisch gaat hij bij aanvang van het boek met niemand om, maar sluit weldra vriendschap met Lenski, een jonge romanticus. Lenski is verloofd met Olga Larina, een meisje uit de buurt. Onegin en Lenski bezoeken vervolgens de familie Larin, een typisch voorbeeld van de provinciale landadel. Onegin wordt bekoord door de oudere zuster van Olga, Tatjana, een stil, dromerig, wat naïef meisje. Ook zij wordt direct verliefd op Onegin en bekent haar gevoelens in een brief. Onegin berispt haar in eerste instantie echter vriendelijk, alles conform de toen geldende conventie.
Tijdens een bal bij de Larins beledigt Onegin kort daarna zijn vriend Lenski. Lenski daagt hem uit, Onegin aanvaardt het duel en doodt zijn vriend. Gekweld door zijn geweten gaat hij op reis. Wanneer hij drie jaar later terugkeert, blijkt Tatjana getrouwd met een kennis van hem, een prins uit de hoge adel. Ze ontvangt hem koel en beheerst. Onegin verklaart haar zijn liefde, maar zij wijst hem af en blijft trouw aan haar huwelijksgelofte.

Het is – zoals gezegd – met name de ‘toon’ waarop het verhaal verteld wordt, compleet met allerlei uitweidingen en terzijdes, die het werk in mijn (en blijkbaar andermans) ogen tot een meesterwerk maken. De stilistische kwaliteiten dus. Het boek nodigt als het ware uit om er eindeloos hele strofen uit te citeren. Dat zal ik hier niet doen, enerzijds niet omdat ik geen keuze kan maken en wil voorkomen dat ik het halve boek ga zitten overtypen, anderzijds omdat de los geciteerde versregels hun context zouden verliezen waaruit zij tijdens het lezen als glanzende parels op de meest onverwachte plaatsen opduiken.
Om een indruk te geven van de overvloed aan citaten die in het werk voor het oprapen liggen zal ik de nummers van de (14-regelige) strofen noemen die ik tijdens het lezen heb aangekruist, en die mij bij het terugkijken snel een beeld kunnen geven van de opbouw en de grootsheid van dit boek: I-22, 35, 38, 60; II-37, 40; III-12, 13; IV-20; V-36, 37; VI-42, 43; VII-2, 24, 55; VIII-48, 51... En vooruit, als hommage aan Poesjkin zal ik één strofe citeren (II-40), die waarin de dichter zich met vooruitziende blik onsterfelijk droomt:

Misschien hoort iemand met ontroering
Mijn roep; misschien zal mijn bestaan,
Mijn pijn, mijn dichtwerk, mijn vervoering,
Niet in de Lethe ondergaan,
En zegt – hoe blijft de hoop verleiden! –
Een domkop in ’t verschiet der tijden
Die mijn portret bekijkt: “Ja! Dié!
Dié kon het! Dát is poëzie!”
Aanvaard mijn dank dus, gij bewonderaar
Der Muzen in hun stil domein,
In wiens herinnering een schrijn
Voor mijn vergankelijk werk ontstond waar
Uw mildheid nog de lauweren van
De oude dichter strelen kan!

Jevgeni Onegin wordt in de literatuurwetenschap algemeen beschouwd als een markerend moment in de Russische letteren, welke tot aan het jaar van haar verschijnen hoofdzakelijk werd gezien als een imitatie van West-Europese stijlen, zonder eigen karakter. Ook is het werk te zien als een overgangswerk van poëzie (welke de Russische literatuur tot aan 1830 domineerde) naar proza, en daarmee een prelude voor de zogenoemde ‘gouden periode’ van Tolstoj, Toergenjev, Dostojevski en Tsjechov, welke volgde in de tweede helft van de 19e eeuw. (Wikipedia)
Saillant detail: uitgeverij van Oorschot heeft Jevgeni Onegin tweetalig uitgegeven. Met name waar het gaat om vertaalde dichtwerken vind ik dit een meer dan loffelijk streven, omdat dit de lezer de mogelijkheid biedt om het werk ook in zijn oorspronkelijke taal te lezen. Ik vraag me echter af hoeveel Nederlanders het Russisch voldoende machtig zijn om zelfs die vreemde lettertekens te kunnen ontcijferen....


 

 

Wandelblogs

 

 

Iedere zaterdag (bijna) wandel ik in de omgeving van Utrecht. Door weer en wind, bij nacht en ontij (bij wijze van spreken). Dat komt niet doordat ik zo ondernemend ben, maar door het feit dat ik me in de zomer van 2012 heb aangesloten bij een wandelgroep. Heerlijk! Ik hoef niet alles zelf te plannen of te organiseren, maar vooral te zorgen dat ik op zaterdag bijtijds opsta en mij op het afgesproken uur bij de startlocatie meld. Die startplaats wisselt wekelijks, en daarmee uiteraard ook het wandeltraject.

Na verloop van tijd ben ik onderweg wat foto’s gaan maken, die ik achteraf – tezamen met een kort begeleidend commentaar - deel met mijn fellow-travellers. Sinds begin 2014 doe ik dit online, in de vorm van een soort weblog: mijn wandelblog. Omdat het voor mij elke keer weer een verrassing is waar ik zal lopen, moet ik ook mijn foto-onderwerpen ter plaatse (en in het voorbijgaan) als zodanig herkennen. Dat heeft wel iets van een wekelijkse ‘blind date’.

Het merendeel van mijn 'dates' bestaat uit “Utrechtse landschappen”, hoewel we ons af en toe ook buiten de regio wagen. Dat levert dan "Uitheemse landschappen" op, of - meer specifiek - "Kustlandschappen".

Op een gegeven moment ben ik van wandelgroep geswitcht. Vier jaar lang maakte ik deel uit van de wandelgroep LOOP, waarin ik  met veel plezier gewandeld heb. Toen die groep dreigde te worden opgeheven heb ik met een aantal mede-lopers een soort 'doorstart' gemaakt. Sinds die tijd loop ik dus met de "Doorlopers". 

Nu, na inmiddels meer dan 10 jaar wandelen, loop ik nog steeds met evenveel plezier. Alleen merk ik dat we - uiteraard - vaker dezelfde routes lopen. En dat mijn teksten en beelden bijgevolg in herhaling gaan vervallen. Dat is voor mij voldoende reden om niet alles wat ik loop nog in mijn 'wandelblog' te melden... 

Sorry daarvoor.

   


 

 

boekenkat

 

Mijn boekenka(s)t(t)en

 

 

 

 

 

 

 

 

 Extra's

 

Rome revisited

Een reisverslag

 


  

Zes dagen Dublin

Een reisverslag

 


  

Weerzien in Petersburg

Een reisverslag

 


  

Omweg naar Moskou 

Rusland

Een reisverslag

 


 

Rondreis door Ierland


Een reisverslag

 


 

Zeven dagen in Rome

 

Een reisverslag

 

 

 

 

Copyright © Paul Lamandassa 2007-2023 | Powered by CMSimple| Template: ge-webdesign.de| Login