282,047 visitors
323,519 page views
1.15 page views / visitor

 

Cicero

You are here:   Home > Boekbesprekingen > La Superba

La Superba

 

La Superba – Ilja Leonard Pfeiffer

 

“De Nederlandse schrijver Ilja Leonard Pfeiffer is vijf jaar geleden vanuit Leiden per fiets in Genua beland en er gebleven. Hij is verliefd geworden op deze Italiaans stad bijgenaamd ‘La Superba’ (de hoogmoedige) en wil er in een lange brief aan een Nederlandse vriend (een ‘opera buffa van het dagelijks leven’ in drie aktes en twee intermezzi) uitbundig en met veel bravoure verslag van doen, om die later uit te werken tot een grote roman over migratie. Ilja zit op het terras en laat de wereld aan zich voorbijtrekken, valt keer op keer voor het vele vrouwelijke schoon (‘meisjessurfen’!), raakt geïntrigeerd door een vrouwelijk been, bezingt pooiers en schooiers, legt verhalen van vluchtelingen vast, verliest gaandeweg alle controle, valt ten prooi aan steeds radicalere seksuele verwarring, raakt betrokken bij schimmige zaakjes en krijgt de maffia achter zich aan. ‘La Superba’ is een alternatieve reisgids van Genua, een breed uitwaaierende, groteske, absurde quasi-autobiografie, een ode aan de verbeelding en satire op de Italiaanse dramatiek en zijn eigen machogedrag en ijdelheid, een aanklacht tegen xenofobie en vooral: een feest om te lezen.” (NBD/Biblion recensie) 

Bovenstaande vind ik – prachtig beknopt -  een mooie beschrijving van de man en zijn boek. Alleen bij de laatste kwalificatie – “een feest om te lezen” – moet ik wel een aantekening maken. Ik vind de roman wat onevenwichtig. Er staan hele mooie zinnen en passages in, maar een aantal malen vervalt de schrijver in clichés en weet hij de juiste toon niet te treffen. Dat geldt met name voor de verhalen die hij zijn ‘immigranten’ laat vertellen. Daarbij slaagt Pfeiffer er niet in om die een eigen toon of kleur te geven, waardoor hun verhalen erg ‘bedacht’ en weinig doorleefd overkomen.

“Ze brachten ons in het pikkedonker naar de vloedlijn. En daar zou ons schip liggen, het lelieblanke schip van onze dromen dat ons met fier klievende steven naar Europa zou brengen.” (p.198)

Dat lijkt me niet echt het taalgebruik van een armoedige immigrant. Een aantal bladzijden verder doet de schrijver een poging zich in te dekken voor dit atypische spreekgedrag, door in het gesprek met deze immigrant het volgende in te brengen:

“’Maak je geen zorgen, Djiby. Over de metaforen denk ik wel na. Dat is mijn beroep.’ (…) ‘Hilarisch.’ Hij schuddebuikte van het lachen. ‘Ga je me ook heel mooi Italiaans laten praten, zonder fouten?’ ‘Ik zal het je nog sterker vertellen. Je zal de taal van mijn vaderland spreken.’” (p.210)

Ik vind dit allemaal niet zo bevredigend. Als de schrijver zo trots is op zijn ‘beroep’, dan mag hij wel wat meer investeren in een overtuigend taalgebruik van zijn personages…

De andere manier waarop Pfeiffer zich ‘indekt’ is de vorm van zijn roman. Het zijn zogenaamd brieven aan een vriend in het ‘vaderland’ (zoals de schrijver Nederland continu blijft aanduiden). Let wel: dit zijn brieven, later wordt er uit al dit moois wellicht een spetterende roman gesmeed:

“Als ik hier een boek van maak, moet die hele vorige alinea er ook uit. Als ik er al ooit een boek van maak. Want je vraagt je soms wel eens af of het al die moeite nog wel loont. De mensen lezen niet meer. En terecht. Ze hebben wel wat beters te doen.” (p.220)

Inderdaad heb ik wel wat beters te doen dan het lezen van dit quasi postmodern geschreven brievenboek. Liever had ik gewacht tot de schrijver de moeite genomen had om uit zijn materiaal een ‘echte’ roman te construeren. Zijn onderwerpen en invalshoeken zijn daar interessant genoeg voor.

 

 

 

 

Wandelblogs

 

 

Iedere zaterdag (bijna) wandel ik in de omgeving van Utrecht. Door weer en wind, bij nacht en ontij (bij wijze van spreken). Dat komt niet doordat ik zo ondernemend ben, maar door het feit dat ik me in de zomer van 2012 heb aangesloten bij een wandelgroep. Heerlijk! Ik hoef niet alles zelf te plannen of te organiseren, maar vooral te zorgen dat ik op zaterdag bijtijds opsta en mij op het afgesproken uur bij de startlocatie meld. Die startplaats wisselt wekelijks, en daarmee uiteraard ook het wandeltraject.

Na verloop van tijd ben ik onderweg wat foto’s gaan maken, die ik achteraf – tezamen met een kort begeleidend commentaar - deel met mijn fellow-travellers. Sinds begin 2014 doe ik dit online, in de vorm van een soort weblog: mijn wandelblog. Omdat het voor mij elke keer weer een verrassing is waar ik zal lopen, moet ik ook mijn foto-onderwerpen ter plaatse (en in het voorbijgaan) als zodanig herkennen. Dat heeft wel iets van een wekelijkse ‘blind date’.

Het merendeel van mijn 'dates' bestaat uit “Utrechtse landschappen”, hoewel we ons af en toe ook buiten de regio wagen. Dat levert dan "Uitheemse landschappen" op, of - meer specifiek - "Kustlandschappen".

Op een gegeven moment ben ik van wandelgroep geswitcht. Vier jaar lang maakte ik deel uit van de wandelgroep LOOP, waarin ik  met veel plezier gewandeld heb. Toen die groep dreigde te worden opgeheven heb ik met een aantal mede-lopers een soort 'doorstart' gemaakt. Sinds die tijd loop ik dus met de "Doorlopers". 

Nu, na inmiddels meer dan 10 jaar wandelen, loop ik nog steeds met evenveel plezier. Alleen merk ik dat we - uiteraard - vaker dezelfde routes lopen. En dat mijn teksten en beelden bijgevolg in herhaling gaan vervallen. Dat is voor mij voldoende reden om niet alles wat ik loop nog in mijn 'wandelblog' te melden... 

Sorry daarvoor.

   


 

 

boekenkat

 

Mijn boekenka(s)t(t)en

 

 

 

 

 

 

 

 

 Extra's

 

Rome revisited

Een reisverslag

 


  

Zes dagen Dublin

Een reisverslag

 


  

Weerzien in Petersburg

Een reisverslag

 


  

Omweg naar Moskou 

Rusland

Een reisverslag

 


 

Rondreis door Ierland


Een reisverslag

 


 

Zeven dagen in Rome

 

Een reisverslag

 

 

 

 

Copyright © Paul Lamandassa 2007-2023 | Powered by CMSimple| Template: ge-webdesign.de| Login