282,047 visitors
323,519 page views
1.15 page views / visitor

 

Cicero

You are here:   Home > Boekbesprekingen > Notre Dame de Paris

Notre Dame de Paris

 

Victor Hugo - De klokkenluider van de Notre Dame

 

Victor Hugo (1802-1885) was zowel in het maatschappelijke als in het literaire leven van Parijs een markante persoonlijkheid. Hij schreef veel epische en lyrische gedichten, vernieuwde mede het toneel ("Cromwell", 1827, met een voorwoord dat de kracht heeft van een manifest; "Hernani", 1830). Zijn belangrijkste romans zijn "Les miserables" (1862; uitgangspunt van de mucical) en "De klokkenluider van de Notre Dame", het meeslepende verhaal van de onbaatzuchtige, onbegrepen liefde van de mismaakte dwerg Quasimodo voor het knappe, bevallige zigeunermeisje Esmeralda, dat meermalen is verfilmd. Hugo plaatst deze roman in het Parijs van 1482, rondom de Notre-Dame.

Jan van Aken geeft in zijn nawoord bij de nieuwste Nederlandse uitgave van De klokkenluider van de Notre-Dame (in de Perpetua-reeks) – getiteld “Het onvermijdelijke en de vergetelheid” – een uiterst intelligente bespreking van de roman van Victor Hugo, waarin alle elementen uit het verhaal op hun plaats vallen, vanaf de aanleiding tot het boek (het Griekse woord Anankè) tot aan de laatste woorden: “viel hij tot stof uiteen”.
Ik vind dat knap, want bij mij overheerste tijdens het lezen vooral een gevoel van losse scenes of tafereeltjes, de één meer, de ander minder geslaagd, waaruit Hugo zijn roman min of meer willekeurig had samengesteld. Vrij ‘postmodern’ eigenlijk, om een mode-term te gebruiken. Niet dus, de compositie is tegelijkertijd zowel noodzakelijk als geniaal, zo concludeer ik uit de woorden van Jan van Aken. Even opzoeken dus wie dit is, deze literaire autoriteit (en dit zeg ik zonder ironie, want ik ben echt onder de indruk van zijn analyse).

Wikipedia geeft 3 mogelijkheden, die ik alle 3 erg toepasselijk vind: een schrijver, een beeldhouwer en een schilder:
Jan van Aken kan verwijzen naar:
• Jan van Aken (schrijver), (Herwen-en-Aerdt, 9 augustus 1961), een Nederlands schrijver, die in de cultuursector en de automatisering werkte
• Jan van Aken (beeldhouwer), ('s-Hertogenbosch, ca. 1470 – aldaar, 1537), een Nederlands beeldhouwer en schilder
• Jan van Aken (schilder), (Aken, ca. 1380 – 's-Hertogenbosch), een Nederlands schilder, restaurator en ontwerper
De beeldhouwer zal vooral zijn aangetrokken door de beschrijving van de ‘organische’ groei van de Notre-Dame, zoals beschreven in hoofdstuk 1 van het derde boek. De schilder kan zijn hart ophalen aan de vele ‘schilderachtige’ tafereeltjes die beschreven worden. Maar deze twee Jannen van Aken leefden lang voordat Hugo zijn boek schreef, dus die zullen het nawoord niet geschreven hebben.
Dat zal dan wel op conto moeten komen van Jan van Aken de schrijver, die “momenteel werkzaam als docent aan de Schrijversvakschool in Amsterdam” is. Bovendien is deze Jan “de schrijver van historische romans”. Beide factoren bepalen waarschijnlijk het feit dat hij in staat is om de vele losse taferelen uit de roman schijnbaar moeiteloos om te vormen tot een eenduidige analyse:

“In het eerste boek (van elf), dat in wezen als één tableau is opgezet, betreden we met de verteller de grote hal, een zoemende bijenkorf waar mensen uit alle lagen van de bevolking wachten op het abel spel van de jonge dichter Pierre Gringoire – en wat een prachtige vondst is dat!
(…)
Maar wacht! Eigenlijk begon alles met de klokken die de hele bevolking van Parijs in beweging zetten en het verhaal aanjoegen. Quasimodo, de klokkenluider van de Notre-Dame, is de eerste beweger van dit immense tableau.”

Zó hoor je een roman te beschouwen: maak de bedoelingen duidelijk van de schrijver, en geef elk detail zijn juiste plaats in het grote geheel. Chapeau!

Maar Jan van Aken ziet ook zwakheden in het verhaal:

“Laten we wel wezen: alle ingrediënten voor een draak lijken aanwezig in deze roman. Het leent zich dan ook uitstekend voor drakerige bewerkingen. Weinig boeken zullen zo weinig gelezen zijn, terwijl iedereen het verhaal kent of denkt te kennen van die bewerkingen.”

Ja, en daar zit wat mij betreft dan ook precies het probleem: het is een ‘draak van een verhaal’, een sentimenteel melodrama, dat slechts overeind blijft door de stilistische kwaliteiten van de schrijver, en door zijn ‘pamflettistische’ uitweidingen over kathedraal- en stedenbouw. Dáár is Hugo volgens mij op zijn best: met veel kennis van zaken zet hij de middeleeuwse visie en praktijk van de bouwkunst af tegen die van zijn eigen tijdperk (eerste helft van de 19e eeuw):

“Schaamteloos hebben zij vanuit hun ‘goede smaak’ de wonden van de gotische architectuur bedekt met hun ellendige snuisterijen van die dag, hun marmeren linten, hun metalen balletjes, een melaatse woekering van ovalen, voluten, spiralen, draperieën, guirlandes, franjes, van stenen vlammen, bronzen wolken, mollige putti en opgeblazen cherubijnen, die het aangezicht van de kunst begon aan te vreten in de bidkapel van Catherina de Médicis en het, gekweld en verwrongen, twee eeuwen later in het boudoir van madame Dubarry verstikte.”

Hugo als cynisch criticus, daar houd ik van. En ik ben geneigd om zijn roman te vergelijken met de bouw van een gotische kathedraal: telkens worden er door nieuwe bouwmeesters nieuwe stukken bijgebouwd, in nieuwe stijlvormen. Uiteindelijk ontstaat er een geheel en compleet bouwwerk, dat echter in zijn complexiteit verschillende (bouw)stijlen incorporeert. Het geheel is dus het resultaat van verschillende – en deels conflicterende - elementen.

Dat ‘analogisch denken’ is Hugo niet vreemd. Als hij de ‘klokkenluider’ Quasimodo typeert gaat dat als volgt:

“Zo kwam het dat hij langzamerhand, door zich voortdurend in samenhang met de kathedraal te ontwikkelen waar hij in leefde, in sliep en bijna nooit uitkwam en waar hij van uur tot uur de geheimzinnige invloed van onderging, op haar begon te lijken, er zogezegd mee vergroeide, er een wezenlijk onderdeel van ging vormen. (…) Men zou bijna kunnen zeggen dat hij haar vorm had aangenomen, zoals de slak de vorm van haar huis aanneemt.” (p.172)

In boek V, hoofdstuk II beschrijft Hugo expliciet de verdringing van de ‘verhalende functie’ in de bouwkunst door de literatuur als gevolg van de boekdrukkunst. Voor mij een extra argument om de roman De klokkenluider van de Notre-Dame te zien als substituut voor het beschreven middeleeuwse bouwwerk.

Dan rest nog slechts de vraag in hoeverre het uiteindelijke bouwwerk ‘als geheel’ overtuigd. Als ik heel eerlijk moet zijn denk ik dat Victor Hugo’s ‘bouwwerk’ teveel zwakke plekken kent om de vergelijking met de middeleeuwse kathedraal te kunnen doorstaan. Wat overigens niet wegneemt dat Hugo met De klokkenluider van de Notre-Dame een voor zijn tijd weergaloos roman-experiment heeft neergezet!

 

 

 

 

Wandelblogs

 

 

Iedere zaterdag (bijna) wandel ik in de omgeving van Utrecht. Door weer en wind, bij nacht en ontij (bij wijze van spreken). Dat komt niet doordat ik zo ondernemend ben, maar door het feit dat ik me in de zomer van 2012 heb aangesloten bij een wandelgroep. Heerlijk! Ik hoef niet alles zelf te plannen of te organiseren, maar vooral te zorgen dat ik op zaterdag bijtijds opsta en mij op het afgesproken uur bij de startlocatie meld. Die startplaats wisselt wekelijks, en daarmee uiteraard ook het wandeltraject.

Na verloop van tijd ben ik onderweg wat foto’s gaan maken, die ik achteraf – tezamen met een kort begeleidend commentaar - deel met mijn fellow-travellers. Sinds begin 2014 doe ik dit online, in de vorm van een soort weblog: mijn wandelblog. Omdat het voor mij elke keer weer een verrassing is waar ik zal lopen, moet ik ook mijn foto-onderwerpen ter plaatse (en in het voorbijgaan) als zodanig herkennen. Dat heeft wel iets van een wekelijkse ‘blind date’.

Het merendeel van mijn 'dates' bestaat uit “Utrechtse landschappen”, hoewel we ons af en toe ook buiten de regio wagen. Dat levert dan "Uitheemse landschappen" op, of - meer specifiek - "Kustlandschappen".

Op een gegeven moment ben ik van wandelgroep geswitcht. Vier jaar lang maakte ik deel uit van de wandelgroep LOOP, waarin ik  met veel plezier gewandeld heb. Toen die groep dreigde te worden opgeheven heb ik met een aantal mede-lopers een soort 'doorstart' gemaakt. Sinds die tijd loop ik dus met de "Doorlopers". 

Nu, na inmiddels meer dan 10 jaar wandelen, loop ik nog steeds met evenveel plezier. Alleen merk ik dat we - uiteraard - vaker dezelfde routes lopen. En dat mijn teksten en beelden bijgevolg in herhaling gaan vervallen. Dat is voor mij voldoende reden om niet alles wat ik loop nog in mijn 'wandelblog' te melden... 

Sorry daarvoor.

   


 

 

boekenkat

 

Mijn boekenka(s)t(t)en

 

 

 

 

 

 

 

 

 Extra's

 

Rome revisited

Een reisverslag

 


  

Zes dagen Dublin

Een reisverslag

 


  

Weerzien in Petersburg

Een reisverslag

 


  

Omweg naar Moskou 

Rusland

Een reisverslag

 


 

Rondreis door Ierland


Een reisverslag

 


 

Zeven dagen in Rome

 

Een reisverslag

 

 

 

 

Copyright © Paul Lamandassa 2007-2023 | Powered by CMSimple| Template: ge-webdesign.de| Login