CiceroYou are here: Home > Boekbesprekingen > Pelgrim langs Tinker Creek Pelgrim langs Tinker Creek
Pelgrim langs Tinker Creek – Annie Dillard
“In 1971 woont Annie Dillard, schrijfster van Pelgrim langs Tinker Creek, een jaar in de Amerikaanse staat Virginia, in een vallei waardoor de rivier Tinker Creek stroomt. Bijna dagelijks zwerft ze langs de oevers, waar haar geen detail ontgaat. Energiek en bezield vertelt ze in haar boek over de vaak genadeloze natuur in en rond de rivier en laat ze zien hoe gedurende de seizoenen alles onophoudelijk aan verandering onderhevig is. Ze dwingt de lezer voortdurend naar de details te kijken, en confronteert hem aldoor met het mysterie, de schoonheid én de wreedheid van het leven. En dat is meteen de grootste les van Dillards proza: dat we niet los van de natuurlijke wereld leven, maar er deel van uitmaken.
“De Amerikaanse auteur Annie Dillard (1945) won in 1974 op 29-jarige leeftijd met 'Pilgrim at Tinker Creek' de prestigieuze Pulitzer-prijs. Het werk dat op de band omschreven wordt als een poëtisch essay, is een verzameling intense observaties in en om Tinker Creek in Virginia, afgewisseld met dagelijkse gebeurtenissen, natuurhistorische wetenswaardigheden en vrije associaties over het leven in het universum. Dillard zoomt soms in tot op de millimeter en ligt bij wijze van spreken met haar neus in de modder naar wormen te kijken om vervolgens te mijmeren over haar plaats in ruimte en tijd. Hoewel we de seizoenen min of meer volgen, is er verder geen duidelijke structuur te onderscheiden en de auteur springt van de hak op de tak en van microscoop naar telescoop. Zelf zegt Dillard dat zij '...tijd (wil) toevoegen aan de textuur, het landschap op een zich ontrollende rol schilderen en de reliëfglobe op zijn standaard laten tollen.' Prettig leesbaar en goed vertaald door Henny Corver en met een interessant nawoord van Dillard uit de Amerikaanse editie van 1999.” (Recensie Bol.com)
Pelgrim langs Tinker Creek is zonder meer een fascinerend boek. De auteur schreef het indertijd naar eigen zeggen op jonge leeftijd omdat ze niet in de valkuil van de ‘bezadigdheid’ wilde vallen, waaraan al te veel oudere schrijvers/filosofen lijden. Compromisloos wil zij ‘Gods schepping’ tegemoet treden en waar mogelijk ontrafelen. Dat levert een boek op waar eigenlijk geen kop of staart aan zit, naar het mij lijkt ook al naar analogie van de ‘schepping’ oftewel de ‘natuur’. Hoogdravend is haar betoog bij tijd en wijle, warrig af en toe, ongepolijst, quasi-poëtisch, gruwelijk, diepgravend, beschouwelijk, onderzoekend, hoogmoedig… “Waarom zou ik niet een soort natuurboek schrijven – in de vorm van een theodicee, bijvoorbeeld?” – zoals ze in een (veel later) bijgevoegd nawoord terugkijkt op de ontstaansgeschiedenis. En over de ‘ontvangst’ van haar werk in en door de media haalt zij een even raadselachtige als relativerende anekdote aan, die volgens mij dicht bij de kern van dit boek komt: “Naderhand nam een journaliste me een telefonisch interview af. ‘In je boek heb je het zo vaak over Eskimo’s,’ zei ze. ‘Waarom zitten er zoveel Eskimo’s in?’ Ik antwoordde dat het kale poollandschap symbool stond voor de ziel die zich leeg maakt om zich voor te bereiden op de overrompeling door het goddelijke. Het bleef even stil. Toen zei ze: ‘Ik denk niet dat mijn redacteur daar wat in ziet.’ Het enige dat ik over dit boek kan zeggen is dat het mij wel heeft gefascineerd, maar dat ik eerlijk gezegd geen idee heb wat ik er nu eigenlijk van vind.
Wandelblogs
Iedere zaterdag (bijna) wandel ik in de omgeving van Utrecht. Door weer en wind, bij nacht en ontij (bij wijze van spreken). Dat komt niet doordat ik zo ondernemend ben, maar door het feit dat ik me in de zomer van 2012 heb aangesloten bij een wandelgroep. Heerlijk! Ik hoef niet alles zelf te plannen of te organiseren, maar vooral te zorgen dat ik op zaterdag bijtijds opsta en mij op het afgesproken uur bij de startlocatie meld. Die startplaats wisselt wekelijks, en daarmee uiteraard ook het wandeltraject. Na verloop van tijd ben ik onderweg wat foto’s gaan maken, die ik achteraf – tezamen met een kort begeleidend commentaar - deel met mijn fellow-travellers. Sinds begin 2014 doe ik dit online, in de vorm van een soort weblog: mijn wandelblog. Omdat het voor mij elke keer weer een verrassing is waar ik zal lopen, moet ik ook mijn foto-onderwerpen ter plaatse (en in het voorbijgaan) als zodanig herkennen. Dat heeft wel iets van een wekelijkse ‘blind date’. Het merendeel van mijn 'dates' bestaat uit “Utrechtse landschappen”, hoewel we ons af en toe ook buiten de regio wagen. Dat levert dan "Uitheemse landschappen" op, of - meer specifiek - "Kustlandschappen". Op een gegeven moment ben ik van wandelgroep geswitcht. Vier jaar lang maakte ik deel uit van de wandelgroep LOOP, waarin ik met veel plezier gewandeld heb. Toen die groep dreigde te worden opgeheven heb ik met een aantal mede-lopers een soort 'doorstart' gemaakt. Sinds die tijd loop ik dus met de "Doorlopers". Nu, na inmiddels meer dan 10 jaar wandelen, loop ik nog steeds met evenveel plezier. Alleen merk ik dat we - uiteraard - vaker dezelfde routes lopen. En dat mijn teksten en beelden bijgevolg in herhaling gaan vervallen. Dat is voor mij voldoende reden om niet alles wat ik loop nog in mijn 'wandelblog' te melden... Sorry daarvoor.
Mijn boekenka(s)t(t)en
Extra's
Rome revisited
Zes dagen Dublin
Weerzien in Petersburg
Omweg naar Moskou
Rondreis door Ierland
Zeven dagen in Rome
|
Copyright © Paul Lamandassa 2007-2023 | Powered by CMSimple| Template: ge-webdesign.de| Login