CiceroYou are here: Home > Boekbesprekingen > Reizen zonder John Reizen zonder John
Geert Mak - Reizen zonder John
‘Reizen zonder John’ vormt de weerslag van opnieuw een originele historische speurtocht van Geert Mak. Hij maakte in 2010 dezelfde reis door de VS als John Steinbeck in 1960. Die was op zoek naar de ware aard van Amerika, en noteerde alles in ‘Reizen met Charley’. Allereerst is Maks boek zo een reisreportage, met tal van verwijzingen naar Steinbecks relaas, waarvan Mak echter geleidelijk de half-fictieve aard herkent. Vervolgens is ‘Reizen zonder John’ een zoektocht naar hoe grondig landschap, economie en mentaliteit van de VS in die vijftig jaren zijn veranderd. Met zijn sociologische blik beschrijft Mak onder meer de opkomst van de suburbs, de leegloop der stadscentra, de bijna-ondergang van ‘small town Amerika’. Elke halteplaats geeft aanleiding tot historische uitweidingen, zoals over oorlogen, rasverhoudingen en presidenten. De lezer krijgt ook een goed idee van de verwaarloosde infrastructuur, product van een verarmde publieke sector. Een uiterst toegankelijk boek dat een breed publiek zal kunnen boeien. (Biblion recensie) Om met het positieve te beginnen: Reizen zonder John is inderdaad ‘een uiterst toegankelijk boek’. Als een geboren causeur neemt Mak ons schijnbaar moeiteloos mee naar heel diverse aspecten van de Amerikaanse samenleving. Dat hij goed ingelezen is in zijn materie blijkt bij elk onderwerp dat hij onder de loep neemt. Zoals ik ergens in een aanbeveling van het boek las: “Geert Mak is de ideale geschiedenisleraar”. Hij weet de geschiedenis in de vorm van verhalen te gieten, waardoor hij erin slaagt om de aandacht van zijn publiek vast te houden. Maar dan de vorm… Mak giet zijn geschiedenislessen in de vorm van een reisverslag. In navolging van John Steinbeck maakte hij een rondreis door de Verenigde Staten, en zocht daarbij – naar eigen zeggen – naar antwoorden op de vraag naar de stand van zaken in het huidige Amerika. Die vraag komt steeds terug, op lokaal, nationaal en internationaal niveau. Daarbij spiegelt Mak zijn bevindingen aan die van Steinbeck, die dezelfde rondreis 50 jaar eerder maakte om zijn land (weer) te leren kennen. Waar Steinbeck echter als schrijver, ‘auteur’, zichzelf centraal stelt in zijn confrontaties met het land in al zijn aspecten, en daardoor tot een uiterst geslaagd en boeiend reisverslag komt waarin we minstens net zoveel te weten komen over de auteur als over zijn omgeving (de individuele waarneming ‘kleurt’ het onderwerp), daar blijft Mak altijd op grote – academische – afstand. De verhalen van Mak bestaan uit ‘boekenwijsheid’, kennis die hij heeft opgedaan door studie van literatuur over Amerika. De reis zelf lijkt voor Mak niet meer dan een kapstok om zijn verhalen aan op te hangen. Daar is op zich natuurlijk niets op tegen, ware het niet dat Mak dit zelf niet schijnt te beseffen. Hij presenteert zichzelf als integere reiziger, waarbij hij zich veelvuldig afzet tegen zijn illustere voorganger, die hij op alle mogelijke manieren probeert onderuit te halen. Dit doet hij met name door constant ‘de vinger te leggen’ op zwakheden in de reis van Steinbeck. Ook hierbij leunt Mak weer zwaar op literatuur: alle (literatuur-)kritisch onderzoek dat de afgelopen 50 jaar gedaan is naar het werk van Steinbeck. Daarbij worden de literaire kwaliteiten van Reizen met Charley zwaar onderbelicht. En juist die literaire kwaliteiten maken dat de ‘boodschap’ van Steinbeck overkomt: deze schrijver weet zijn waarnemingen te verdichten tot een geheel eigen visie op het land dat hij doortrekt, en daarmee wordt zijn boek ‘literatuur’. Nu lijkt dit laatste voor Geert Mak bepaald geen aanbeveling! Maar volgens mij blijkt daaruit juist dat Mak het spoor van Steinbeck compleet gemist heeft… Terug naar Reizen zonder John. Als reisverslag stelt dit – naar mijn mening – weinig voor. De eigen inbreng van Mak daarin is zo goed als nihil. Het enige dat hij doet is proberen om het verslag van Steinbeck te bekritiseren en omlaag te halen. De toon die hij daarbij aanslaat vind ik (op z’n zachtst gezegd) weinig respectvol. Ik zal niet alles aanhalen, maar een paar citaten kunnen een indruk geven van de manier waarop Mak probeert Steinbeck ‘af te schminken’: “We komen op Steinbecks verhalen, en het waarheidsgehalte van zijn reisverslag. Iedereen die zich verdiept in de details van het verhaal bekruipt de nodige twijfel. Regelmatig wijkt het boek af van de plaatsen en data uit de brieven die hij onderweg schreef. De situaties zijn soms te mooi om waar te zijn, de dialogen te rond, te glad en te compleet.” (p.61) Halverwege zijn boek lijkt Mak zijn slachtoffer het voordeel van de twijfel te gunnen, in de vorm van een relativering van zijn kritiek: “Later in zijn leven zei Steinbeck bij verschillende gelegenheden dat hij achteraf vaak niet meer het onderscheid wist tussen alles wat hij verzonnen had en de dingen die werkelijk waren gebeurd. En hij wenste zijn toekomstige biografen veel geluk bij het uitpluizen van fictie en werkelijkheid. De vraag is of het uiteindelijk van groot belang is. Steinbeck was een schrijver, geen journalist. Hij weigerde de loden bal met zich mee te slepen van de verifieerbaarheid en het eindeloze feitenonderzoek, het lot van iedere non-fictieschrijver. Maar op zijn eigen manier zocht hij wel degelijk naar een bepaalde waarheid, naar het werkelijke Amerika zoals hij dat meemaakte tijdens zijn reis. En Travels vertelt inderdaad veel over de Amerikaanse natie van 1960, het bracht de toenmalige Amerikanen nieuwe inzichten bij, het gaf hun een frisse blik op hun land en hun samenleving. En ze herkenden die werkelijkheid – het boek zou een enorm succes worden.” (p.232) Nou, denk je dan, Steinbecks verslag is ‘herkenbaar’ voor de Amerikanen, het brengt ze ‘nieuwe inzichten’ bij en ‘een frisse blik op hun land’… Dat is nogal wat. Maar daarna gaat Mak rustig verder met zijn vragen naar het waarheidsgehalte en de betrouwbaarheid van het verslag, en daar haalt hij alles en iedereen uit de kast om zijn mening te bevestigen, tot aan de onbetrouwbare memoires van een rancuneuze zoon toe. En in zijn ‘epiloog’ wordt het definitieve vonnis geveld: “Zo schreef Steinbeck over zichzelf en zijn land. Tijdens zijn reis met Charley werd hij voor het eerst ongenadig geconfronteerd met degene die hij in werkelijkheid was: een oudere man die zichzelf overschreeuwde, die zijn leeftijd niet kon accepteren, zijn jeugd niet kon loslaten.” (p.523) Zoals gezegd heeft Mak weinig tot niets te melden over zijn eigen reis. Op geen enkele manier weet hij die leven in te blazen. Vergelijk voor de aardigheid eens de karakters van de medereizigers in beide verhalen. De hond Charley groeit al snel uit tot een uiterst charmante en humorvol beschreven persoonlijkheid waarmee een ieder geneigd is sympathie te voelen, terwijl mevrouw Mak zo dood als een pier blijft. Volgens mij schuilt daarin het grote verschil tussen literatuur en historisch-sociologisch onderzoek. Twee vormen die naast elkaar bestaansrecht hebben, maar die Mak op (voor mij) nogal irritante wijze door elkaar haalt. Als zijn Reizen zonder John al een ‘reisverslag’ is, dan is het er één van een reis door de bibliotheek… Dat Mak steeds maar weer terugkomt op Steinbecks reis wordt mede daardoor op den duur een erg geforceerde (en erg armoedige) rode draad in zijn verhaal. Een ander opmerkelijk feit vind ik dat in Reizen zonder John – dat toch bol staat van allerlei literatuurverwijzingen – geen enkele keer gerefereerd wordt aan het reisverslag van de Russische journalisten Ilja Ilf en Jevgeni Petrov, Amerika eenhoog, terwijl daarin toch verslag gedaan wordt van min of meer dezelfde reis door Amerika als die van Steinbeck, maar dan 25 jaar eerder (1935). Waarom gebruikt Mak dit verslag niet? Dat zou pas leuk vergelijkingsmateriaal hebben opgeleverd: dezelfde reis met dezelfde doelstelling (hoe staat Amerika ervoor) in 1935, 1960 en 2010… Bovendien bevat Amerika eenhoog briljante observaties en is het met veel humor geschreven. En ook hier wordt een (fictieve?) medereiziger – in de vorm van mr Adams – tot literair karakter uitvergroot. Waarschijnlijk zijn deze Russen, evenals Steinbeck, te onbetrouwbaar voor Mak. Pure literatuur, daar kan Geert weinig mee… Afsluitend moet ik concluderen dat Mak met Reizen zonder John een uiterst leesbaar en informatief boek over Amerika geschreven heeft. Dat hij constant bezig is om Steinbeck zogenaamd te ontmaskeren vind ik een ernstige ontsiering van zijn werk. Dat is jammer, vooral ook omdat Mak ergens vermeldt dat het lezen van Travels with Charley aanleiding geweest is tot zijn project In Europa. En nu dus ook tot zijn Reizen zonder John. Dan had hij zijn inspirator wel wat meer credits mogen geven. Nu lijkt het alsof Mak zich ten koste van Steinbeck probeert te profileren… Wat mij betreft ligt de grootste waarde van Reizen zonder John in het feit dat hij daarmee Steinbecks werk weer onder de aandacht brengt. En dat verdient het! ----- Nadat ik bovenstaande ‘bespreking’ geschreven had, stuitte ik bij toeval op een stukje dat ik enige tijd geleden schreef over de sloop van mijn geboortehuis. Daarin haalde ik onder meer herinneringen op aan het uitzicht dat ik als kind gehad moet hebben vanuit mijn slaapkamer. Achteraf werd ik erop gewezen dat ik eertijds aan de andere kant van het huis sliep… Ik heb mijn tekst na ampele overweging niet aangepast aan de feitelijke situatie, omdat ik van mening was (en ben) dat het door mij beschreven uitzicht beter aansluit op het gevoel dat ik tot uitdrukking wilde brengen. In de ‘controverse Mak – Steinbeck’ kies ik in mijn schrijfpraktijk dus duidelijk voor de kant van Steinbeck (iets dat ik toch al deed…), ook als dit een aantal ‘feitelijke onjuistheden’ oplevert. Evenals Steinbeck ben ik van mening dat het in de eerste plaats de taak van een schrijver is om een zo compleet en duidelijk mogelijk beeld te geven van wat hij tot uitdrukking wil brengen. Ik ben mij ervan bewust dat een sociaal-historicus hiervan zal gruwen, maar weet zeker dat vele auteurs zich heel goed kunnen vinden in dit standpunt.
Wandelblogs
Iedere zaterdag (bijna) wandel ik in de omgeving van Utrecht. Door weer en wind, bij nacht en ontij (bij wijze van spreken). Dat komt niet doordat ik zo ondernemend ben, maar door het feit dat ik me in de zomer van 2012 heb aangesloten bij een wandelgroep. Heerlijk! Ik hoef niet alles zelf te plannen of te organiseren, maar vooral te zorgen dat ik op zaterdag bijtijds opsta en mij op het afgesproken uur bij de startlocatie meld. Die startplaats wisselt wekelijks, en daarmee uiteraard ook het wandeltraject. Na verloop van tijd ben ik onderweg wat foto’s gaan maken, die ik achteraf – tezamen met een kort begeleidend commentaar - deel met mijn fellow-travellers. Sinds begin 2014 doe ik dit online, in de vorm van een soort weblog: mijn wandelblog. Omdat het voor mij elke keer weer een verrassing is waar ik zal lopen, moet ik ook mijn foto-onderwerpen ter plaatse (en in het voorbijgaan) als zodanig herkennen. Dat heeft wel iets van een wekelijkse ‘blind date’. Het merendeel van mijn 'dates' bestaat uit “Utrechtse landschappen”, hoewel we ons af en toe ook buiten de regio wagen. Dat levert dan "Uitheemse landschappen" op, of - meer specifiek - "Kustlandschappen". Op een gegeven moment ben ik van wandelgroep geswitcht. Vier jaar lang maakte ik deel uit van de wandelgroep LOOP, waarin ik met veel plezier gewandeld heb. Toen die groep dreigde te worden opgeheven heb ik met een aantal mede-lopers een soort 'doorstart' gemaakt. Sinds die tijd loop ik dus met de "Doorlopers". Nu, na inmiddels meer dan 10 jaar wandelen, loop ik nog steeds met evenveel plezier. Alleen merk ik dat we - uiteraard - vaker dezelfde routes lopen. En dat mijn teksten en beelden bijgevolg in herhaling gaan vervallen. Dat is voor mij voldoende reden om niet alles wat ik loop nog in mijn 'wandelblog' te melden... Sorry daarvoor.
Mijn boekenka(s)t(t)en
Extra's
Rome revisited
Zes dagen Dublin
Weerzien in Petersburg
Omweg naar Moskou
Rondreis door Ierland
Zeven dagen in Rome
|
Copyright © Paul Lamandassa 2007-2023 | Powered by CMSimple| Template: ge-webdesign.de| Login