CiceroYou are here: Home > Boekbesprekingen > Treindromen Treindromen
Treindromen - Denis Johnson Kleine roman over de levensloop van Robert Grainier, een Amerikaanse spoorwegarbeider, die zich na een gezinsdrama terugtrekt in de natuur van Idaho, waar hij zijn grip op de werkelijkheid verliest. Bij volle maan schreeuwt hij met de wolven zijn verdriet uit over het verlies van zijn vrouw en dochtertje, die bij een bosbrand zijn omgekomen. Door de beschrijving van fragmenten uit het leven van Grainier heeft de lezer meer en meer sympathie gekregen voor deze door het noodlot opgejaagde man, die aan den lijve ondervindt dat de Amerikaanse Droom niet voor hem is weggelegd. Met Grainier als protagonist is dit verhaal vooral een beschrijving van het Amerikaanse landschap en van de snelle maatschappelijke omwenteling in het Amerikaanse Westen van begin 20e eeuw. Grainiers geloofsvisioenen en schuldbesef worden gecombineerd met de ruige natuurbeschrijvingen. Johnsons vertelkunst heeft een heel eigen, meeslepend raffinement. (NBD/Biblion-recensie)
“… en vaak droomde hij van treinen, en vaak van één speciale trein: hij zat erin, hij kon de kolenrook ruiken; een wereld trok voorbij. En dan stond hij in die wereld terwijl het geluid van de trein wegstierf. Een vage vertrouwdheid in deze taferelen duidde erop dat ze uit zijn kindertijd afkomstig waren. Soms werd hij wakker en hoorde hij het geluid van de Spokane International wegsterven in het dal, en dan realiseerde hij zich dat hij de locomotief had gehoord terwijl hij droomde.” (p.53) In deze roman wordt het leven beschreven van Robert Grainier, een Amerikaanse arbeider die allerlei los seizoenswerk verricht, voornamelijk in de boskap en werkzaamheden bij de aanleg van het spoor. Zijn leven wordt overschaduwd door een tragische gebeurtenis waarbij hij vrouw en kind verliest. Het verhaal is opgebouwd uit een groot aantal losse fragmenten die in schijnbaar willekeurige volgorde op de lezer worden afgevuurd als een soort omgekeerde fragmentatiebom. Pas in de hersens van de lezer wordt na verloop van tijd een totaalbeeld geconstrueerd uit deze losse fragmenten. Wat mij betreft gebruikt de schrijver hier een uiterst doeltreffende manier door zijn publiek van allerlei onverwachte kanten te bestoken met losse fragmenten. Pas als uiteindelijk echt alle rook is opgetrokken is de puzzel compleet te overzien. En tot het eind toe blijft Denis Johnson zijn verrassingsaanvallen op ons uitvoeren. Zo lezen we aan het eind van het verhaal (denken we) een soort requiem voor Robert Grainier, met daarin kort samengevat de belangrijkste feiten uit diens leven: “Grainier zelf werd over de tachtig, en leefde tot ruim in de jaren zestig. Tijdens zijn leven was hij westwaarts gereisd tot minder dan enkele tientallen kilometers van de Grote Oceaan, hoewel hij de oceaan zelf nooit had gezien, en oostwaarts tot aan het stadje Libby, zestig kilometer Montana in. Hij had één geliefde gehad – zijn vrouw Gladys -, een halve bunder land bezeten, twee paarden en een wagen. Hij was nooit dronken geweest. Hij had nooit een vuurwapen gekocht of in een telefoon gesproken. Hij had regelmatig in treinen gereden, vele malen in auto’s, en één keer in een vliegtuig gevlogen. De laatste tien jaar van zijn leven keek hij televisie als hij in het stadje was. Hij had geen idee wie zijn ouders geweest zouden kunnen zijn, en hij liet geen erfgenamen na.” (p.79) Daarna – je denkt al dat het verhaal ten einde is – volgt er gewoon weer een andere scene uit het leven… Ik vind het een juweeltje! Slechts 80 bladzijden telt deze ‘roman’, maar daaraan heeft Denis Johnson ook genoeg… Het verhaal is rijk aan bijfiguren, maar hun optreden blijft meestal beperkt tot het fragment waarin zij verschijnen. Daarna is hun rol uitgespeeld. Zo is er in het eerste fragment min of meer een hoofdrol weggelegd voor een Chinees die wegens een (vermeende) misdaad bestraft wordt, en die in de rest van het verhaal zal blijven rondspoken omdat Robert Grainier zich inbeeldt dat deze Chinees een vloek over hem heeft uitgesproken vanwege zijn aandeel in de bestraffing. En vanaf die tijd zal het noodlot de hoofdpersoon ook inderdaad blijven achtervolgen. De Chinees zelf zien we nooit meer terug. In een ander fragment komen we een bijfiguur tegen die op weg is om een vrouw te gaan versieren, en zich voor die gelegenheid voor het eerst in lange tijd gewassen en verschoond heeft: “Deze plotselinge aandacht op een zo lang verwaarloosd gebied vormde een verstoring van de natuurlijke orde, bijna alsof de Almachtige zelf een klap op zijn hoofd had gehad”… (p.62) Het taalgebruik van Denis Johnson is bijna achteloos, maar uiterst efficiënt, zoals ook de opbouw van de verschillende scenes waarin een hele wereld wordt opgeroepen die tegelijkertijd zowel toevallig als noodzakelijk is. Daarmee schept de schrijver een beeld van Amerika uit het begin van de vorige eeuw. Of van een toevallig deel daaruit, een willekeurige streek in de staat Idaho… Daarin doet Treindromen denken aan John Steinbecks Cannery Row, ook al zo’n pareltje uit de Amerikaanse literatuur.
Denis Johnson Denis Johnson is een Amerikaanse schrijver. Ik had niet anders verwacht, toen ik Treindromen las. Voor mij is deze novelle een typische ‘American novel’. Ik was dan ook zeer verbaasd toen ik uitvond dat Denis Johnson in 1949 in Duitsland geboren is. Hij blijkt ook gewoond te hebben in de Filipijnen en Japan, voordat hij zich in de Verenigde Staten vestigde. Op welke leeftijd dat gebeurde heb ik niet kunnen vinden, maar het moet vrij jong geweest zijn, want al zijn boeken zijn in het Engels geschreven, voor zover ik weet: “Johnson published his first book of poetry, The Man Among Seals, in 1969 at the age of 19” Wat mij ook verbaast is dat Denis Johnson een exponent is van de school van “creative writing”. Heel vaak herken ik deze achtergrond in het werk van schrijvers, zoals ook bij Eleanor Catton (Al wat schittert). Naar mijn mening is er in het werk van deze schrijvers terug te zien dat zij zich een ‘ambacht’ hebben eigen gemaakt, maar dat dit ten koste gaat van de ‘eigenheid’ die de echte schrijverselite kenmerkt. Het is natuurlijk onzin, maar ik ben nog steeds van mening dat je ‘echt’ schrijven niet kunt leren, dat dit een ‘gave’ is… Denis Johnson toont met Treindromen aan dat ik mijn mening moet bijstellen. Denis Johnson is, naast Treindromen, vooral bekend van zijn verhalenbundel Jesus’ son (1992) en zijn grote Vietnamroman Tree of smoke (2007; vertaald als Een zuil van rook), waarvoor hij de National Book Award for Fiction kreeg toegekend. American novel De term Great American Novel is een in de Amerikaanse literatuur gebruikte term voor een ideale Amerikaanse roman die de essentie van de Amerikaanse ziel weet weer te geven. Het eerst bekende gebruik van de term stamt uit 1867, toen een New Yorkse uitgever Rebecca Harding Davis' roman Waiting for the Verdict wilde promoten en op het idee kwam om haar boek in een advertentie The Great American Novel te noemen. Vele werken zijn naderhand bestempeld als Great American Novels, waaronder: Moby Dick van Herman Melville The scarlet letter van Nathaniel Hawthorne Adventures of Huckleberry Finn van Mark Twain An American tragedy van Theodore Dreiser The great Gatsby van F. Scott Fitzgerald The sound and the fury van William Faulkner The grapes of wrath van John Steinbeck The adventures of Augie March van Saul Bellow (bron: Wikipedia)
Creative writing De term “creative writing” omvat in wezen alle schrijfkunst buiten de grenzen van normale professionele, journalistieke, academische of technische vormen van literatuur. Zij kan worden getypeerd door de nadruk op narratieve kracht, karakterontwikkeling, en het gebruik van literaire verwijzingen of de verbinding met verschillende tradities van dichtkunst of poetica. Dit is een nogal losse ‘definitie’ waar veel onder kan worden samengebracht. In academische zin wordt vaak onderscheid gemaakt tussen ‘fictie’ en ‘poëzie’, beide met een focus op het schrijven in een originele stijl, zich onderscheidend van het navolgen van vastgelegde genres zoals ‘misdaad’ en ‘horror’. Technisch gezien kan elke geschreven tekst met een originele compositie beschouwd worden als ‘creative writing’. In die zin is creative writing een meer hedendaagse en proces-georiënteerde naam voor wat traditioneel ‘literatuur’ genoemd wordt, inclusief de verscheidenheid van ‘genres’ die daaronder vallen. (Bron: wikipedia) Wat mij met name opvalt aan de ‘stroming’ van creative writing is die “proces-georiënteerdheid”: de nadruk op de ‘maakbaarheid’ van literatuur. Literatuur als ambacht dus. Zoals Eleanor Catton, die lesgeeft in het schrijven van bijzinnen… Mij geeft dit (terecht of onterecht?) een enigszins vieze bijsmaak aan deze stroming. Treindromen in hoofdstukken. Een poging tot chronologie:
Daar tussendoor is het leven en overlijden (vele jaren later) van Robert Grainier in een halve bladzijde samengevat, alsof dit leven iets is dat slechts tussen de regels door gememoreerd hoeft te worden, zo onbelangrijk is het.
Wandelblogs
Iedere zaterdag (bijna) wandel ik in de omgeving van Utrecht. Door weer en wind, bij nacht en ontij (bij wijze van spreken). Dat komt niet doordat ik zo ondernemend ben, maar door het feit dat ik me in de zomer van 2012 heb aangesloten bij een wandelgroep. Heerlijk! Ik hoef niet alles zelf te plannen of te organiseren, maar vooral te zorgen dat ik op zaterdag bijtijds opsta en mij op het afgesproken uur bij de startlocatie meld. Die startplaats wisselt wekelijks, en daarmee uiteraard ook het wandeltraject. Na verloop van tijd ben ik onderweg wat foto’s gaan maken, die ik achteraf – tezamen met een kort begeleidend commentaar - deel met mijn fellow-travellers. Sinds begin 2014 doe ik dit online, in de vorm van een soort weblog: mijn wandelblog. Omdat het voor mij elke keer weer een verrassing is waar ik zal lopen, moet ik ook mijn foto-onderwerpen ter plaatse (en in het voorbijgaan) als zodanig herkennen. Dat heeft wel iets van een wekelijkse ‘blind date’. Het merendeel van mijn 'dates' bestaat uit “Utrechtse landschappen”, hoewel we ons af en toe ook buiten de regio wagen. Dat levert dan "Uitheemse landschappen" op, of - meer specifiek - "Kustlandschappen". Op een gegeven moment ben ik van wandelgroep geswitcht. Vier jaar lang maakte ik deel uit van de wandelgroep LOOP, waarin ik met veel plezier gewandeld heb. Toen die groep dreigde te worden opgeheven heb ik met een aantal mede-lopers een soort 'doorstart' gemaakt. Sinds die tijd loop ik dus met de "Doorlopers". Nu, na inmiddels meer dan 10 jaar wandelen, loop ik nog steeds met evenveel plezier. Alleen merk ik dat we - uiteraard - vaker dezelfde routes lopen. En dat mijn teksten en beelden bijgevolg in herhaling gaan vervallen. Dat is voor mij voldoende reden om niet alles wat ik loop nog in mijn 'wandelblog' te melden... Sorry daarvoor.
Mijn boekenka(s)t(t)en
Extra's
Rome revisited
Zes dagen Dublin
Weerzien in Petersburg
Omweg naar Moskou
Rondreis door Ierland
Zeven dagen in Rome
|
Copyright © Paul Lamandassa 2007-2023 | Powered by CMSimple| Template: ge-webdesign.de| Login