282,044 visitors
323,515 page views
1.15 page views / visitor

 

Cicero

You are here:   Home > Boekbesprekingen > Zes maanden in de Siberische wouden

Zes maanden in de Siberische wouden

 

Sylvain Tesson - Zes maanden in de Siberische wouden

 

“Ik ben onderweg naar de plek van mijn dromen. (…) Ik kijk naar de oever, probeer er niet aan te denken dat ik me zes maanden lang in deze doodse bossen ga begraven. Ze bevatten alle ingrediënten van wat je je voorstelt bij verbanning naar Siberië: de immense ruimte, het grauwe licht. Het ijs oogt als een lijkwade. Onschuldige mensen werden voor vijfentwintig jaar in deze nachtmerrie gesmeten. Ik ga er uit vrije wil naartoe. Dus waar klaag ik over?” (p.19)

De Franse reiziger, schrijver en filosoof Sylvain Tesson (1972) trekt zich in de winter en het voorjaar van 2010 voor zes maanden terug in een blokhut aan de rand van het Baikalmeer in Siberië. Aan de hand van dagboekachtige notities doet hij verslag van zijn ervaringen aldaar.

“Kan de mens zichzelf verdragen? Dat is de vraag waarvoor de kluizenaar zichzelf gesteld ziet.” (p.47)

Of hij echt kan worden aangemerkt als ‘kluizenaar’ is de vraag, omdat hij vooraf weet dat zijn verblijf slechts tijdelijk is en omdat hij zich voorzien heeft van een aantal luxe goederen als wodka, sigaren en boeken. Bovendien krijgt hij regelmatig bezoek, zowel verwacht als onverwacht.

Dat neemt niet weg dat het geen geringe prestatie is om zes maanden in afzondering door te brengen in de taiga van Siberië, waar de temperatuur herhaaldelijk daalt tot onder -30 C, waar hij zijn eigen brandhout moet hakken, een wak in het ijs open moet houden om te kunnen vissen, rekening moet houden met ongewenst bezoek van beren, en waar hij dagen-, soms wekenlang in eenzaamheid doorbrengt. Zijn beschrijvingen gaan vooral over de weidsheid van het landschap, de traagheid van de tijd zonder verplichtingen en de grootsheid van de natuur. Die zet hij op geregelde tijden af tegen de jachtigheid en de ‘onechtheid’ van het stadsleven.

Uit de talloze boeken die hij bij zich heeft – zeer divers van karakter, van filosofie tot thrillers – citeert hij af en toe een passage, zonder dat dit hinderlijk wordt. Daarnaast ‘verrijkt’ hij zijn verhaal regelmatig met aforismen: korte, kernachtige gezegdes die een levenswijsheid bevatten. Naar mijn mening draaft Sylvain Tesson daar af en toe iets te ver in door, waardoor deze ‘wijsheden’ iets gekunstelds krijgen. Binnen de ruimte van iets meer dan één pagina markeerde ik er in het begin van zijn verhaal bijvoorbeeld al drie:

“De Romeinen bouwden voor duizend jaar. De Russen zijn blij als ze de winter doorkomen.” (12 feb)

“Russen maken schoon schip met hun verleden, maar hun afval laten ze liggen.” (13 feb)

“Als je bang bent dat je innerlijke leven weinig voorstelt, moet je goede boeken meenemen, want dan kan je tenminste nog je eigen leegte opvullen.” (14 feb)

Sylvain Tesson wil een tijdje af van het drukke en jachtige leven dat hij leidt, als een soort retraite terug naar de natuur:

“In de natuur is de mens in opstand een zinloos iets. Doen als de stoïcijnen, de dieren, of beter nog: de stenen!” (p.61) “Ik leef hier in het rijk van de voorspelbaarheid. Elke dag die verstrijkt is een spiegel van gisteren en een schets van morgen. De variaties tussen de uren hangen samen met de kleuren van de lucht, de vogels die af en aan vliegen en talloze, nauwelijks waarneembare nuances.” (p.70) “Vijf jaar lang heb ik van dit leven gedroomd. Nu maak ik het mee alsof het iets normaals is.” (p.83) Waarna er direct weer het zoveelste aforisme volgt: “Onze dromen komen uit, maar het zijn slechts zeepbellen die onvermijdelijk uiteenspatten.” 

Enkele pagina’s later stelt de schrijver zelf zijn overdadig gebruik van dit soort stijlmiddelen aan de orde: “Hoe kom ik aan mijn voorliefde voor aforismen, woordspelingen en uitdrukkingen?” De logica van het antwoord dat hij daarop geeft ontgaat mij, maar het geeft wel aan waarnaar Tesson uiteindelijk op zoek is in deze verlaten omgeving:

“Komt dat door mijn naam? Tesson, scherf, een fragment van iets wat ooit heel was. De vorm ervan herinnert nog aan de fles. Tesson zou iemand zijn die heimwee heeft naar de verloren gegane eenheid, die opnieuw in contact zou willen komen met het Grote Geheel. Dat is wat ik hier doe, terwijl ik me in de bossen zit te bezatten.” (p.85)

Wat verderop schrijft hij, in een nieuwe filosofische opwelling:

“De kluizenaar is alleen met de natuur. Hij is de enige waarnemer van de werkelijkheid, op hem rust de last van de wereld als voorstelling, de wijze waarop die zich aan de menselijke blik openbaart.” (p.94) Dit is een duidelijke verwijzing naar de Duitse filosoof Arthur Schopenhauer (Die Welt als Wille und Vorstellung), maar bij Tesson wordt mij nooit helemaal duidelijk: is dit filosofie of pseudo-filosofie, een veredeld soort beuzelarij…?

Ik denk dat dit – voor mij – ook gelijk het grootste gebrek aan dit boek is: het gemis aan ‘urgentie’. Op de een of andere manier blijft er een zweem van vrijblijvendheid over het werk hangen, alsof het de schrijver meer te doen is om zijn taalkundige vondsten dan om een serieus (zelf-)onderzoek naar waarheid of verdieping.

Dat wil niet zeggen dat Tesson geen scherpe en intrigerende formuleringen weet te produceren. Bijvoorbeeld als hij de inferioriteit van fotografie ten opzichte van de schilderkunst vaststelt:

“De foto pakt het exacte punt van een momentopname in de voortschrijdende tijd en spreidt het uit op een vlak. (…) Het schilderij biedt een historische interpretatie van een moment die zal blijven hangen in het geheugen van degene die ernaar kijkt, zonder de loop van de tijd te onderbreken” (p.216)

Prachtig geformuleerd! Maar ik noem het bewust een ‘formulering’ en geen ‘observatie’ of iets dergelijks, omdat deze gedachte mij al zo bekend voorkomt, het is geen origineel denkbeeld…

Dit gevoel dat ik eigenlijk voortdurend had tijdens het lezen van Zes maanden in de Siberische wouden wordt uiteindelijk treffend beschreven door Tesson zelf:

“Lezen is niets anders dan ontdekken hoe ideeën worden verwoord die latent in jou aanwezig waren, of overeenkomsten tussen de werken van honderden schrijvers aan elkaar breien. (…) Dat verklaart het charisma van mensen die de wereld bekijken met een blik die door geen enkele referentie gehinderd wordt. Ze worden nooit van de kern van de zaken afgeschermd door wat ze zich herinneren van boeken die ze gelezen hebben.” (p.234)

Dat is precies wat ik bedoel: Tesson mist het ‘charisma’ van de onbevangen blik, waardoor de kern van de zaken voor hem afgeschermd blijft door de ballast aan boekenkennis die hij met zich meezeult. Alsof hij vooraf al wist hoe zijn verslag eruit zou gaan zien…

Vind ik daarmee Zes maanden in de Siberische wouden een slecht boek? Zeker niet! Ik heb het met plezier gelezen, zozeer zelfs dat het mij spijt dat ik het niet in één ruk heb kunnen uitlezen. Nu heb ik het in stukjes en beetjes doorgewerkt, en merkte ik iedere keer dat het mij tijd kostte om weer in de ‘onthaaste’ sfeer van het boek te komen. Op een rustiger tijdstip zal ik dit boek zeker nog eens herlezen!

 

 

 

 

 

 


 

 

Wandelblogs

 

 

Iedere zaterdag (bijna) wandel ik in de omgeving van Utrecht. Door weer en wind, bij nacht en ontij (bij wijze van spreken). Dat komt niet doordat ik zo ondernemend ben, maar door het feit dat ik me in de zomer van 2012 heb aangesloten bij een wandelgroep. Heerlijk! Ik hoef niet alles zelf te plannen of te organiseren, maar vooral te zorgen dat ik op zaterdag bijtijds opsta en mij op het afgesproken uur bij de startlocatie meld. Die startplaats wisselt wekelijks, en daarmee uiteraard ook het wandeltraject.

Na verloop van tijd ben ik onderweg wat foto’s gaan maken, die ik achteraf – tezamen met een kort begeleidend commentaar - deel met mijn fellow-travellers. Sinds begin 2014 doe ik dit online, in de vorm van een soort weblog: mijn wandelblog. Omdat het voor mij elke keer weer een verrassing is waar ik zal lopen, moet ik ook mijn foto-onderwerpen ter plaatse (en in het voorbijgaan) als zodanig herkennen. Dat heeft wel iets van een wekelijkse ‘blind date’.

Het merendeel van mijn 'dates' bestaat uit “Utrechtse landschappen”, hoewel we ons af en toe ook buiten de regio wagen. Dat levert dan "Uitheemse landschappen" op, of - meer specifiek - "Kustlandschappen".

Op een gegeven moment ben ik van wandelgroep geswitcht. Vier jaar lang maakte ik deel uit van de wandelgroep LOOP, waarin ik  met veel plezier gewandeld heb. Toen die groep dreigde te worden opgeheven heb ik met een aantal mede-lopers een soort 'doorstart' gemaakt. Sinds die tijd loop ik dus met de "Doorlopers". 

Nu, na inmiddels meer dan 10 jaar wandelen, loop ik nog steeds met evenveel plezier. Alleen merk ik dat we - uiteraard - vaker dezelfde routes lopen. En dat mijn teksten en beelden bijgevolg in herhaling gaan vervallen. Dat is voor mij voldoende reden om niet alles wat ik loop nog in mijn 'wandelblog' te melden... 

Sorry daarvoor.

   


 

 

boekenkat

 

Mijn boekenka(s)t(t)en

 

 

 

 

 

 

 

 

 Extra's

 

Rome revisited

Een reisverslag

 


  

Zes dagen Dublin

Een reisverslag

 


  

Weerzien in Petersburg

Een reisverslag

 


  

Omweg naar Moskou 

Rusland

Een reisverslag

 


 

Rondreis door Ierland


Een reisverslag

 


 

Zeven dagen in Rome

 

Een reisverslag

 

 

 

 

Copyright © Paul Lamandassa 2007-2023 | Powered by CMSimple| Template: ge-webdesign.de| Login