CiceroYou are here: Home > Boekbesprekingen > Zware tijden (Hard times) Zware tijden (Hard times)
Charles Dickens - Zware tijden
“Ik verklaar hier onomwonden dat Charles Dickens in mijn ogen wel degelijk een groot schrijver is, een literaire duivelskunstenaar zelfs, met een fenomenaal creatief vermogen, een scherp gevoel voor humor en een immer smeulende ironie. Niemand beter dan hij kan een los personage neerzetten, geheel en al levend in een particuliere wereld en in een ondoordringbaar isolement. En geen schrijver in de Engelse taal kan hem overtroeven in woordkunst. En in deze mening word ik gesterkt door niemand minder dan Dr. F.R. Leavis: The final stress may fall on Dickens' command of word, phrase, rythm, and image: in ease and range there is surely no greater master of English except Shakespeare.” Aldus een (mij) onbekende correspondent van de Volkskrant in een recensie van Hard Times (december 2009). Een mening waar ik me inmiddels – na 4 boeken van Dickens op rij gelezen te hebben – helemaal bij aansluit. En de anonieme recensent vervolgt aldus: “Met Zware tijden verklaart Charles Dickens de oorlog aan het zogeheten utilitarisme, een sociaal-economisch systeem, waarvan de rechtsfilosoof Jeremy Bentham de oorspronkelijke pleitbezorger was, met later als voornaamste voorvechter de filosoof John Stuart Mill, in wiens kamp Thomas Malthus (The greatest happiness for the greatest number) en Adam Smith (The Wealth of Nations) zich zeer thuis voelden. Utilitarianism vormt de bakermat van het liberalisme, maar werd door de industriële revolutie een splijtzwam tussen arm en rijk, tussen de fabrieksarbeiders (the Hands) en de bezittende klasse. Aartsvijand van het utilitarisme was Thomas Carlyle, die in zijn boek Signs of the Times van leer trok tegen de ontmenselijkende Mechanical Age. Dickens heeft Zware tijden aan Carlyle opgedragen, maar trekt in het boek over een veel breder front op dan zijn medestander. Het utilitarisme is in dit verhaal niet slechts schuldig aan de erbarmelijke omstandigheden waarin fabrieksarbeiders moesten leven en werken, maar is zelfs doorgesijpeld naar de meedogenloze opvoeding van kinderen, die ieder plezier en iedere ontspanning als loos tijdverdrijf behoren te vermijden, die iedere creatieve fantasie als nutteloos moeten verwerpen en die alleen maar mogen leren rekenen in feiten en functies. En daar komt dan een nieuwe lichting personages op je af, marionetten aan de vingers van een magiër, die ze laat bewegen in een plot dat van onwaarschijnlijkheid uit elkaar valt en daarnaast druipt van sentimentaliteit.” Het is een feit, dat de romans van Dickens bij tijd en wijle overlopen van sentimentaliteit, en dat hij af en toe wel erg hoogdravend lucht geeft aan zijn overtuigingen: “Utilitaristische economen, skeletten van schoolmeesters, feitencommissarissen, deftige en afgestompte ongelovigen, kakelaars van allerlei beduimelde overtuiginkjes, de armen hebt gij altijd met u. Cultiveer in hen, zolang het nog kan, de hoogste deugden van verbeelding en genegenheid, om hun naar ornament dorstende levens mee te tooien, want anders zal op de dag van uw overwinning, als de romantiek volledig uit hun ziel verdreven is en zij geconfronteerd worden met het naakte bestaan, de Werkelijkheid veranderen in een wolf en u vernietigen.” Daar staat echter tegenover dat hij ook zeer beeldend kan schrijven en daarmee voor onze ogen als het ware met enkele penseelstreken een hele wereld tevoorschijn tovert: “In het hardst werkende deel van Coketown, in de binnenste vestingen van die naargeestige citadel, waar de Natuur even stevig was weggemetseld als de dodelijke luchten en gassen waren ingemetseld, in het hart van het labyrint van nauwe sloppen en nog eens sloppen, smalle straten en nog eens straten, die stuk voor stuk waren gebouwd, elk stuk in een moordend tempo, ten behoeve van een of andere persoon, en het geheel een onnatuurlijk gezin waarvan de leden elkaar doodtrapten, -drukten en –persten, in de verste bedompte hoek van deze gigantische, verstikkende vergaarbak, waar de schoorstenen bij gebrek aan lucht om trek te bewerkstelligen, waren gebouwd in een oneindige variatie van afgeknotte en kromme vormen, alsof ieder huis een uithangbord droeg met het soort mensen dat daar vermoedelijk in geboren zou worden, onder de menigte van Coketown, als soort de ‘Handwerkslieden’ genoemd – een slag dat bij sommige mensen meer in de smaak zou zijn gevallen als het de Voorzienigheid had behaagd er werkers met alleen maar handen van te maken, of zoals de lagere schepselen van de kust, met alleen handen en magen -, woonde een zekere Stephen Blackpool, veertig jaar oud.” Zo wordt in één enkele zin niet alleen het personage geïntroduceerd, maar tegelijk de toestand van de industriesteden, de woonwijken, de toekomstverwachtingen van de bewoners en de plaats/functie van de handwerksman in het productieproces… En dat alles met een flinke dosis cynisme! Ik geloof niet dat Zware Tijden Dickens’ beste boek is. Maar toch merk ik dat ik steeds meer geïntrigeerd raak door de thematiek die Dickens opbouwt vanuit een algemene ‘grondtoon’ tot steeds wisselende melodieën. Daarmee krijgt het lezen van zijn werken iets verslavends. En in beperkte kring wordt de auteur ook in Nederland nog steeds bewonderd.
Wandelblogs
Iedere zaterdag (bijna) wandel ik in de omgeving van Utrecht. Door weer en wind, bij nacht en ontij (bij wijze van spreken). Dat komt niet doordat ik zo ondernemend ben, maar door het feit dat ik me in de zomer van 2012 heb aangesloten bij een wandelgroep. Heerlijk! Ik hoef niet alles zelf te plannen of te organiseren, maar vooral te zorgen dat ik op zaterdag bijtijds opsta en mij op het afgesproken uur bij de startlocatie meld. Die startplaats wisselt wekelijks, en daarmee uiteraard ook het wandeltraject. Na verloop van tijd ben ik onderweg wat foto’s gaan maken, die ik achteraf – tezamen met een kort begeleidend commentaar - deel met mijn fellow-travellers. Sinds begin 2014 doe ik dit online, in de vorm van een soort weblog: mijn wandelblog. Omdat het voor mij elke keer weer een verrassing is waar ik zal lopen, moet ik ook mijn foto-onderwerpen ter plaatse (en in het voorbijgaan) als zodanig herkennen. Dat heeft wel iets van een wekelijkse ‘blind date’. Het merendeel van mijn 'dates' bestaat uit “Utrechtse landschappen”, hoewel we ons af en toe ook buiten de regio wagen. Dat levert dan "Uitheemse landschappen" op, of - meer specifiek - "Kustlandschappen". Op een gegeven moment ben ik van wandelgroep geswitcht. Vier jaar lang maakte ik deel uit van de wandelgroep LOOP, waarin ik met veel plezier gewandeld heb. Toen die groep dreigde te worden opgeheven heb ik met een aantal mede-lopers een soort 'doorstart' gemaakt. Sinds die tijd loop ik dus met de "Doorlopers". Nu, na inmiddels meer dan 10 jaar wandelen, loop ik nog steeds met evenveel plezier. Alleen merk ik dat we - uiteraard - vaker dezelfde routes lopen. En dat mijn teksten en beelden bijgevolg in herhaling gaan vervallen. Dat is voor mij voldoende reden om niet alles wat ik loop nog in mijn 'wandelblog' te melden... Sorry daarvoor.
Mijn boekenka(s)t(t)en
Extra's
Rome revisited
Zes dagen Dublin
Weerzien in Petersburg
Omweg naar Moskou
Rondreis door Ierland
Zeven dagen in Rome
|
Copyright © Paul Lamandassa 2007-2023 | Powered by CMSimple| Template: ge-webdesign.de| Login